De woordverzamelaar: niets voor bitskoemmers

Zoek de bitskoemmer
Wie is ‘den bitskoemmer’?

Bijna een jaar geleden verscheen op deze blog een uittreksel uit mijn reisdagboek over een ontmoeting in Irkoetsk waar ik voor de eerste maal het woord babilets in mijn woordenboekje neerpende. Net zoals zovele zaken in mijn leven verdween dit boekje op een gegeven moment. Een maand geleden pikte ik mijn aloude gewoonte opnieuw op. Paternosterlift was het eerste woord dat mijn nieuwe lijstje mocht aanvoeren. Ondertussen heeft het gezelschap gekregen van regenarcering, Lebenslüge (met dank aan G. Grass) en bitsko(e)mmer. En plots zat ik opnieuw op de met middeleeuwse taferelen stofovertrokken zetel van mijn grootmoeder. In haar sappige Antwerps idioom vertelde ze me over wat haar die dag had bezig gehouden. Meestal was dit alleen maar wat ze op straat zag of op televisie. Zij die gevlucht was uit Duitsland, bijna neergeschoten werd door ‘den deuts’ en vervolgens bijna naar Zuid-Amerika was getrokken alvorens mijn grootvader te leren kennen, zag haar wereld herleid tot twee vensters op de wereld. Het ene amper 4m² met zicht op de Turnhoutsebaan, het andere van 0,4m² met zicht op de wereld.

Ze had het niet met politici. Voor haar waren het allemaal zakkenvullers en bitskoemmers. Ik stond er niet meer bij stil; het woord verdween uit mijn woordenschat tot ik het plots hoorde uit de mond van Jean Pierre Rondas. Het woord bleek niets anders dan een vernederlandsing van het Engelse ‘beachcomber’ (strandjutter) te zijn en verwijst naar een haveloos of sjofel persoon. Die avond in café ‘De duifkes’ op de Graanmarkt zag ik Jan Decleir binnenkomen. De enige man die mijn grootmoeder nooit een bitskoemmer noemde is er ooit een geweest.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s