Hoe lang is het geleden? Ik ben het vergeten. De tijd is niet langer mijn vriend, neemt een loopje met licht en donker, verruilt de seizoenen zonder me te waarschuwen. In die temporibus non suspectis schreef ik over dichters, over de letters die ze tot woorden polijsten, Michelangelo’s in de dop naarstig op zoek naar hun David.
Poëzierapport, in den beginne dekte de titel de lading. We gaven punten aan dichtbundels, werk van enkele maanden gereduceerd tot getal. Bundels kwamen en gingen. Sommigen werden vrienden, neem ik nog steeds ter hand, anderen verdwenen naar het Parnassus van de verbannen woorden. Ik merkte dat mijn schrijven verdween. De pen (of beter gezegd: het klavier) bleef onaangeroerd. Niet langer werd de gewijde stilte van mijn bureau opgeschrikt door het klaviergeroffel. 26 tekens bleven wezenloos achter op zoek naar een onzichtbare kracht om hen samen te drijven tot woorden, woordgroepen, zinnen. Schrijven is zin geven.
Dit is de periode van de goede voornemens. 2013 wordt het jaar waarin ik opnieuw mijn klavier wil bespelen zoals Eric Clapton zijn gitaar. Opnieuw op zoek naar die woorden die me rust bezorgen.
Net vandaag krijg ik bericht dat Dansen tot na sluitingstijd rond Gedichtendag in de winkel zal liggen. Het beste uit Poëzierapport met een recensie van ondergetekende. Een bescheiden bijdrage aan de mensheid, mijn paar minuten faam weer met enkele seconden aangevuld.
Eerst verhuizen, organiseren, mijn klavier oppoetsen en we zijn er opnieuw.