Het begon al op de speelplaats. Heb jij Wilfried van Moer? Ik heb Ludo Coeck dubbel. Het was een sport om zo snel mogelijk je Panini voetbalalbum vol te krijgen. Sommigen speelden vals en kochten de ontbrekende stickers rechtstreeks bij die onbekende mijnheer Panini. Ik hield vol tot het bittere einde en verdacht de stickerman ervan die ene speler (ik ben zijn naam vergeten, hij speelde bij Winterslag) nooit afgedrukt te hebben. Elke dag ging ik tijdens de speeltijd op zoek naar die ene X. Mijn vader wist wel beter. Toen ik op een avond thuiskwam, lag die sticker toevallig op mij te wachten: een collega had die dubbel.
Elk jaar vond mijn vader een of andere collega die net die ontbrekende sticker had. Het duurde lang alvorens ik het begreep. Of wilde ik het niet begrijpen, omdat anders de droom uiteenspatte?
Het verzamelen is gebleven. Munten werden postzegels, treinen en langspeelplaten van Elvis. Uiteindelijk werden het boeken. Lezen werd mijn bibliomanie: later zal ik het wel allemaal eens lezen. Maar later is ondertussen nu geworden. Om het me gemakkelijker te maken ben ik overgeschakeld op het verzamelen van mooie woorden. De nacht tovert de mooiste woorden tevoorschijn. Menig donker moment in het rijk van Morpheus heb ik wakker gelegen, steeds weer dat ene woord herhalend tot ik tegen de ochtend in slaap viel en het woord met de slaap verdween. Vele woorden zijn zo aan mijn schrijfleven ontglipt. Het schriftje werd mijn externe droomgeheugen.
Woorden verzamelen is moeilijker dan het op het eerst zicht lijkt. Woorden zijn weliswaar onuitputbaar maar de grondstof waaruit ze aangeleverd worden, bestaat in onze taalstreken uit 26 letters. Dit alfabet inspireerde de Franse dichter Louis Aragon trouwens tot een van zijn bekendste gedichten:
ghijkl
mnopqr
stuvw
xyz
Lijkt het voor u ook op ons alfabet? Inderdaad, maar herhaal deze letters in een andere volgorde, schrijf ze uit en kruid ze met een vleugje inspiratie en je hebt Shakespeare, Neruda, Rimbaud of Gorter. Doorheen de jaren vond ik woorden als kroostnood, woordwonden (later las ik dit woord bij de Nederlandse prins der dichters) of schaduwcirkel. Bij de kleur aubergineblauw hoef je me geen verdere uitleg te geven. Ik kan me perfect een beeld vormen van dat blauw dat zo donker is dat het bijna zwart lijkt. Of is het omgekeerd?
Van twee Franse dames aan een bushalte in Irkoetsk leerde ik het woord babilets kennen. Op het eerste zicht doet het woord denken aan een kinderluier met extra absorptievermogen voor nog drogere babybilletjes. De Russische betekenis is gelukkig veel romantischer. Je kunt babilets het best omschrijven als de Indian Summer van de vrouw. Het is de leeftijd waarop de kinderen het huis verlaten hebben. De rust keert weder in de woonkamer en moeder kijkt voor het eerst sinds lange tijd weer in de spiegel. Zij alleen merkt de piepkleine veranderingen: die subtiele rimpeltjes naast de ogen, die speelse glimlach die even om de mondhoeken speelt, die zelfbewuste blik in de ogen die voor het eerst in jaren een innerlijke rust uitstraalt. Dat is babilets: de periode waarin een moeder opnieuw beseft dat ze in de eerste plaats vrouw is.
Het was meer dan 6.000 km van huis dat ik mijn schriftje opende en het woord opschreef.
1 Comment