Kunstenfestival Watou: Saudade aan de Schreve

“Saudade” is een Portugees woord dat de mengeling van gevoelens van verlies, gemis, afstand en liefde beschrijft. Volgens Wikipedia is het één van de moeilijkst vertaalbare woorden. Curatoren Jan Moeyaert en Willy Tibergien doen een verdienstelijke poging om deze term te hertalen naar een balans tussen woord, beeld en – bij momenten – zelfs geur en geluid.

“Als mens veranderen we elke dag, langzaam, maar in een snelle maatschappij die vooral bezig is met het voorbijzappende nu.” Met deze woorden opent intendant Jan Moeyaert zijn tekst in het programmablad. Het is een perfecte omschrijving van de synergie tussen dorp, kunst en poëzie. Het thema van de 39ste editie is tweeledig. Langs de ene kant is er “saudade”, dat ongrijpbare gevoel van weemoed dat met je meewandelt tussen de locaties. Oude huisjes waarvan de eigenaars overleden zijn, wachten op nieuwe bewoners. Tegelijkertijd zorgen projectontwikkelaars voor vernieuwing van de oude stadskern. De oude bruid Douviehuis heeft een nieuw kleed aangekregen en wacht op kopers voor de nieuwbouwappartementen. Anderzijds verbinden de organisatoren saudade met ‘Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt,’ een zin uit het boek Bezonken Rood van Jeroen Brouwers. Deze woorden vormen een optimistisch tegengewicht voor het weemoedige saudade. Toevalligheden die elkaar aanraken zorgen ervoor dat de dingen en mensen rondom ons je raken. Soms verbonden, soms losstaand, maar steeds opnieuw met ingrijpende gevolgen.

Touch me please – Karolien Soete (foto: Yves Joris)

Saudade in geur en geluid

In het festivalhuis trekken de handsculpturen van Karolien Soete (°1973) de aandacht. In 2018 nodigde de kunstenares vier mensen uit om in het kader van het kunstproject Touch me please handsculpturen uit zeep te maken, die voor dagelijks gebruik aangewend werden. In Watou presenteert de Gentse kunstenares drie nieuwe werken. Toeschouwers mogen ze deze keer echter niet aanraken. De aftakeling zal zichtbaar worden door externe omgevingsfactoren: vergankelijke schoonheid. De Nederlandse Elise ’t Hart (°1991) groeide op in een muzikale familie, waardoor het belang van muziek en geluid met de paplepel ingegoten werd. Voor haar werk “Hoe klinkt Watou?” ging ze op zoek naar geluiden die hoorbaar zijn op en rond het kunstenparcours, die ze vervolgens in kaart bracht. Op deze manier voegt de jonge kunstenares een extra dimensie toe aan onze beleving: geluid.

Saudade – Laura De Coninck (foto: Ann Vincent)

Ook Laura De Coninck voegt een extra dimensie toe aan haar kunstwerken. In het oude klooster waaiert een subtiele geur de bezoekers tegemoet. Een Franse parfummaker inspireerde de geur op de saudadewerken van deze Antwerpse kunstenares en dochter van dichter Herman De Coninck. Wat haar vader deed met woorden, roept Laura op door een subtiel samenspel van lijnen en beelden. Haar werkt vloeit van figuratief naar abstract en wordt overgoten met een subtiel genot van olfactieve beleving. Tijdens de openingsdag stelt Laura ook haar boek voor dat de voor de hand liggende titel Saudade meekrijgt.

Van Slauerhoff tot Pessoa

In het Brennerpark, waar een jaar voordien het werk ‘Verboden vrucht’ van David De Pooter nog door vandalen besmeurd werd, brengt de poëzie van Jan Jacob Slauerhoff saudade echt tot leven. Dit lievelingsthema van de Portugese lyriek waar Camões al over dichtte was een rode draad in het leven van de Nederlandse scheeparts. Saudade werd zelfs het onderwerp van een van zijn bekendste gedichten waarvan de slotverzen luiden:

Ik heb alleen herinneringen,

Mijn leven is al lang voorbij.

Hoe kan een doode dan nog zingen?

Geen enkel lied leeft meer in mij.

Aan de kusten van de oceanen,

In het oerdonker van de bosschen,

Hoor ik ‘t groot ruischen nog steeds ontstaan en

Zich nooit meer tot een stem verlossen.

In de Douviehoeve is de eregalerij dit jaar gewijd aan de Portugese dichter Fernando Pessoa, die wellicht een van de meest betekenisvolle dichters van de twintigste eeuw is. Onder verschillende heteroniemen schreef deze man zich de literaire wereldcanon in.

Van champignons tot astronauten

Aan gene zijde van de muur, het landschap – Zeger Reyers (foto: Yves Joris)

Op deze plek toont Zeger Reyers (°1966°) zijn installatie waarin hij een artificiële wereld confronteert met de natuur. Aan gene zijde van de muur, het landschap is een herneming van de installatie die hij in 2011 creëerde voor het Renaat Braempaviljoen in het Antwerpse  Middelheimmuseum. Op de glooiende vloer van de grote zaal werd aarde met sporen van paddenstoelen aangebracht. Na verloop van tijd gaan deze verslijmen en volgt een nieuwe kweek. De overgang van ontstaan naar verval vormt dan ook de rode draad in het werk van de Nederlandse kunstenaar. Een sterk idee, maar de uitwerking ervan kan minder bekoren. Je bent slechts op een bepaald moment van het proces aanwezig waardoor je als toeschouwer maar een glimp opvangt van het geheel.

Om ter verst – Callewaert en Verhenne (foto: Ann Vincent)

Het werk Om ter verst van Barbara Callewaert en Jo Verhenne verdwijnt in het uitgestrekte landschap van de Westhoek. Voor deze editie creëerden ze het in situ installatie die balanceert tussen woord en beeld. De titelwoorden waaieren uit in het landschap waardoor je als toeschouwer niet exact weet waar ze eindigen.

Nightfall – Jeroen Eisinga (foto: Yves Joris)

De brandende zomerzon verdwijnt even in donkere Douvieschuur. De kudde ingesneeuwde schapen van Jeroen Eisinga (°1966) in het werk Nightfall. Slechts één camerastandpunt krijgt de toeschouwer te zien. Een kudde schapen met een dikke sneeuwvacht staat naast een wak waarin een dood schaap drijft. Sneeuw en zacht stromend water zorgen voor een haast hypnotiserend effect dat je alle besef van tijd doet vergeten.

Leap of faith – Joseph Klibansky (foto: Ann Vincent)

In de kerk staart een kruis dragende ruimtevaarder naar de bezoekers. Kunstenaar Joseph Klibansky (°1984) werd geboren in Kaapstad, maar hij groeide op in Nederland. Met zijn werk onderzoek hij het verband tussen object en het belang ervan, tussen zien en betekenis. Terwijl het kruis verwijst naar vroegchristelijke tijden, zorgt de ruimtevaarder voor een dystopisch hedendaags gevoel. Voor Klibansky zijn ruimtevaarders grensposten van de nieuwe wereld, gidsen voor de mensheid naar een nog onbekende toekomst. Een nobel idee dat dreigt verloren te gaan in de banaliteit van te gratuite beelden.

Deze toekomst lijkt ver weg in deze versie van het Kunstenfestival. Jan Moeyaert en de zijnen hebben geopteerd voor het aloude recept van oud en nieuw, van verrassend en herkenbaar, van woord en beeld. In 2019 wordt dit alles overgoten met een heerlijke saudadesaus. Of deze saus sterk genoeg is om het totale gerecht te kruiden, betwijfel ik. Saudade is een term die -zoals reeds eerder vermeld – moeilijk te vertalen is. Jan Moeyaert heeft in ieder geval een verdienstelijke poging ondernomen om het begrip in een artistiek concept te vertalen. Op sommige plekken is hij er met glans geslaagd. Op andere locaties blijft hij onder de lat.

De tentoonstelling Saudade/niets bestaat dat niet iets anders aanraakt loopt van 29 juni tot 2 september. Alle informatie vindt u op deze link.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s