Hoe verbeeld je een woord dat zich niet laat vertalen? Hoe ruikt saudade? Op een terrasje in Antwerpen vertelt Laura De Coninck over haar zoektocht naar de balans tussen woord en beeld, over het huis met de klimop en de fietsen en over haar vader, de dichter Herman De Coninck.
Het lijkt wel alsof Laura de laatste dagen alleen maar interviews geeft. Sinds de publicatie van haar boek Saudadewillen alle media aandacht besteden aan dit woord dat zich zo moeilijk laat vertalen. Op het Kunstenfestival Watou brengt de kunstenares alvast een picturale hertaling van het woord. Het was daar dat ik haar werk zag en rook. Een bijhorend parfum begeleidt het beeld. Meer dan voldoende redenen voor TheArtCouch om deze boeiende dame aan het woord te laten.

Recent is bij Uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts je boek Saudade verschenen. Weinig woord en veel beeld, een bewuste keuze?
“Neem maar aan dat heel veel woorden aan de basis lagen van dit boek”, begint Laura. “In een moeilijkere periode van mijn leven, raadde mijn moeder, die psychologe is, aan om een dagboek bij te houden. Als je je bezorgdheden opschrijft, dan schrijf je ze tegelijk van je af en daardoor krijg je ruimte om betere inzichten te krijgen. Ze had gelijk. Deze lange en emotionele stream of consciousness gaf voldoening. Het was niet de bedoeling om deze teksten openbaar te maken. Ze waren vrij zwart-wit en ik wilde zeker niemand kwetsen, daarom probeerde ik in een volgende fase woord naar beeld om te zetten. In het boek vind je dan ook bijna geen tekst: alleen een gedicht van mijn vader en een tekst op het achterplat van Kristien Hemmerechts. Nochtans lagen woorden aan de basis van het geheel. De uitgeverij stelde voor om daar iets mee te doen. Uiteindelijk recupereerden we een tiental zinnen die de definitie van saudade het best benaderen. Deze zinnen werden op droogstempels gedrukt. Geen inkt voor mij. Tijdens het openingsweekend van het Kunstenfestival werden deze stempels geveild. Ik vond het best spannend om mee te maken hoe een echte veilingmeester mijn woorden aan de man bracht. De winnende bieders kregen een diepdruk van ‘hun zin’ in mijn boek. “

Op dat moment komt Laura’s zoontje aanlopen met de tentoonstellingscatalogus van Kunstenfestival Watou voor zijn moeder. Hij kijkt me een beetje verlegen aan: met wie is mama nu weer aan het praten over haar boek? Het blijkt trouwens dat we al jaren buren zijn. “Ik ben de dame van het huis met de fietsen en klimop”, lacht ze. De omschrijving klinkt bijna mysterieus tot ik de volgende dag voorbijwandel. Voor de deur is het inderdaad een wirwar aan fietsen die gelaten tegen de klimop aanschurken.
Saudade is niet het meest bekende woord in ons taalgebied. Hoe kreeg het bij jou zo’n centrale plaats?
“Misschien kan ik het het best met een ander bekend s-woord verklaren: serendipiteit. Het woord is als het ware komen aankloppen. Het was een ware openbaring toen ik dit woord las. Hierover gaat mijn werk, dit is wat mij inspireert. En als ik erover nadenk: wat ook mijn vader inspireerde in zijn poëzie. Het woord laat zich echter niet vertalen, net zoals het Franse joie de vivre of het Nederlandse goesting. Nostalgie komt wellicht in de buurt, het lege gevoel dat we hebben wanneer de persoon die we liefhebben ver weg is, de liefde die weg is en waar je heimwee naar hebt. Er zijn vele omschrijvingen voor saudade, maar ik was alvast blij de vlag te hebben gevonden die mijn artistieke lading dekt. Iets bestaat pas als je het kan benoemen, als je er een woord voor hebt. De ontdekking van het woord heeft er ook toe bijgedragen dat mijn schilderijen concreter werden.”
Het wordt drukker op het terras van koffiebar Normo. Dagjesmensen en vaste klanten koesteren zich in de warme zonnestralen. Laura vertelt hoe ze in 2001 afstudeerde aan het Antwerpse Sint Lucas en vervolgens als illustrator aan het werk ging voor Knack en de Standaard der Letteren. “Het waren meestal werken in opdracht van en als illustratie bij. Dat was ook in 2013 het geval toen Jan Moeyaert me vroeg om voor de toenmalige editie van het Kunstenfestival Watou werken te maken bij gedichten van mijn vader. Met papier en doek bracht ik zijn gedichten in beeld. Nu wil ik vooral mijn eigen verhaal vertellen.”
Vertrekken je beelden vanuit het woord?
“Neen, ze vertrekken vanuit een gevoel. Het is een taal om een gevoel te beschrijven. Mijn vader zette dit gevoel effectief om naar poëzie, voor mij is beeld de rode draad doorheen mijn werk. Ik zoek een manier om een gevoel te uiten en in beelden om te zetten, de essentie weer te geven, een gerichte communicatie met de toeschouwer. Een werk is voor mij geslaagd als ik dat gevoel heb overgebracht, als is het maar bij twee mensen. Connectie met de toeschouwer is voor mij het allerbelangrijkste. Kunst moet me raken, als een blikseminslag. Werken waarbij je op afstand gehouden wordt of waarbij je eerst moet lezen wat de kunstenaar bedoelt, zijn minder mijn ding. Kunst moet toegankelijk zijn, net zoals mijn vader dat had bij zijn poëzie.”
Er is meer dan alleen maar beeld en woord. In Watou werd ik ook getroffen door het parfum dat doorheen de ruimte zweefde. Je kunst wordt een echte synesthesie-ervaring.
“Geur brengt inderdaad de grootste herinneringen boven en toch wordt deze ervaring het minst geapprecieerd. Het wordt meestal met commerce geassocieerd en spijtig genoeg te weinig gezien als kunstvorm. Geur is tot veel in staat en we verwaarlozen dit gegeven. Stel je de geur voor van de lippenstift van de zoenen van je grootmoeder op je wang. Dergelijke geur katapulteert je genadeloos in een gevoel.
“Ik ben naast kunstenares ook beautyjournaliste bij Marie Claire. In deze hoedanigheid heb ik tientallen parfumeurs geïnterviewd. Daar leerde ik Sonia Constant kennen. Ze is de dame achter parfums als die van Gaultier, Lancôme en Nina Ricci. We voelden dadelijk een enorme connectie. Onbewust voelden we dat we met hetzelfde bezig waren en toch een andere taal spraken. We bedienden ons ook van een andere beeldtaal, maar toch hadden we ook eenzelfde manier van werken. Het was een ware openbaring. Maar ik besefte ook dat ik met mijn penselen nooit mensen zo diep kan zou kunnen raken als Sonia met haar geurpalet. Taal werd poëzie werd kunst werd geur. We bundelden de krachten en nu heeft saudade nog geen concrete definitie maar alvast wel een concrete geur. Een parfum bestaat meestal uit tientallen ingrediënten, mijn werk is beperkt tot een aantal kleuren. Je kunt het vergelijken met beeldhouwen op papier. Het kunstwerk is wat overblijft na schrapping.”
In het boek valt me op dat – naast het beperkte kleurenpalet – je zowel abstract als figuratief werkt. Een bewuste keuze?
“Mijn werk nodigt uit om dichter te komen door afstand te nemen. Neem nu het themabeeld van Watou. Sommige mensen zien er van dichtbij een raar rorschachbeestje in met twee rode ogen. Wie echter goed kijkt, ontwaart een tedere omhelzing. Je moet wel een zekere gevoeligheid hebben om dit te ontdekken. Het figuratieve helt over naar abstracte kleurvlakken. Ik ben de uitgevers ook dankbaar voor het idee van het kalkpapier. Twee beelden worden één en in het boek treden sommige werken dan ook nog eens in dialoog met elkaar.”
We hebben vooral over jouw kunst gesproken, maar voor welke kunstenaar heb jij bewondering?
Laura moet niet lang nadenken. Enthousiast rolt de naam van Yves Klein over haar lippen. “Ik bewonder de man gewoon voor alles wat hij deed. Ik poog poëzie te maken met mijn tekeningen, mijn vader deed het met woorden. Het werk van Klein is poëzie.” Later die week krijg ik een WhatsAppbericht met een tekst die haar bureau siert. Op de achtergrond herken ik het vertrouwde ultramarijnblauw van Yves Klein:
“Ik zoek een taal zonder woordenboek, het geluid van de stilte, een schilderkunst zonder schilderijen. Ik wil de blauwe diepte van het heelal overmeesteren, de hemel inlijsten.”
Als ik deze woorden herlees, overvalt me het gevoel dat de poëtische appel niet ver van de boom gevallen is.
‘Saudade’, Laura De Coninck, MER.- Borgerhoff Lamberigts, ISBN 9789089319944, € 39,99
Meer info over Kunstenfestival Watou