Geza Jaeger werd geboren op 7 maart 1974 in Düsseldorf. Haar gelukkige jeugd werd op 14-jarige leeftijd abrupt onderbroken. Meer dan zes maanden bracht ze door in het ziekenhuis, maar deze gebeurtenis bezorgde haar een ongelooflijke levenslust. Ze ging opnieuw naar school, leerde piano spelen en nam opnieuw de tekenpen op. Haar passie bracht haar over de ganse wereld. In Liverpool organiseerde ze de tentoonstelling ‘India 50’ van de beroemde fotograaf Sebastiao Salgado. Ze werd uitgenodigd in Brisbane waar ze een liveoptreden rond poëzie, tekeningen en zang op de planken zette. Ze maakte tevens van de gelegenheid gebruik om zich onder te dompelen in de Aboriginalcultuur. Terug thuis publiceerde ze een boek over deze kunst. Na een doortocht in Berlijn trok ze naar Parijs waar ze in het Salon des Indépendants Chérif leerde kennen.
Mohamed Chérif Zerdoumi werd op 8 mei 1958 in het Algerijnse Tebessa geboren. Zijn vader was een man van aanzien in deze streek tussen het Auresgebergte en de Tunesische grens. Zijn moeder nam de zorg op zich voor de zeven kinderen. De oorlog zorgde er echter voor dat de familie het land moest verlaten en zich vestigen in Frankrijk. Chérif blonk niet uit op school. Alleen sport en plastische kunsten konden zijn aandacht houden. Door zijn slechte schoolresultaten moest hij van zijn vader een beroep leren. In 1981 huwde hij met Rose, de dochter van Spaanse immigranten. Zijn rusteloos dwalende geest kon het jonge vaderschap niet aan. Gedachten raasden door zijn hoofd, alleen lectuur kon hem de nodige rust schenken. In 1998 opende hij een antiekgalerij. Tijdens deze periode slaagde hij er in om een lot van 80.000 posters -daterend van de periode 1978 tot 1990- op de kop te tikken. Ze zouden de basis vormen van het latere werk. Na een studiereis door Bulgarije kocht Chérif een oude spinnerij in Boissezon bij Castres. Hier ontwikkelde hij zijn persoonlijke, harde neoprimitieve stijl. Als een gek ging hij aan de slag met alles wat onder zijn handen kwam: hout, plastic jerrycans, teer, lijm en verf. Zijn collages deden hem belanden op het Parijse Salon des Indépendants. Hier ontmoetten Geza en Chérif elkaar voor de eerste maal. Hier werd één artiest met vier handen geboren, hier ontstond KRM.
Drie maanden na hun eerste ontmoeting ziet hun eerste gezamenlijke project het levenslicht. In Berlijn, de voormalige gespleten stad, beginnen ze aan hun Esprit du Mur. De restanten van de Muur, de doorleefde herinneringen aan een grauw verleden inspireren het koppel tot Qui bouffe qui, een 60m² grote fresco op de Berlijnse Muur. Twee jaar later brengen ze in Leipzig een ode aan 15 jaar val van de Muur. Hun werk voert hen door gans de wereld. In 2017 brengen ze samen met de kunstenaars John Costi en Paul Doran een hedendaagse, interactieve tentoonstelling in Belfast onder de noemer No Walls. De locatie is niet zonder historische bijbedoeling. Ooit was deze Noord-Ierse stad het strijdtoneel tussen Ieren en Engelsen, tussen katholieken en protestanten. Ook hier vielen de muren. Ook in 2017 vinden we KRM terug in Montélimar waar ze in het Musée d’Art Contemporain tijdens de tentoonstelling Pop Art voir Plus in dialoog treden met het werk van Warhol, Haring en Basquiat. Deze werken zijn in januari integraal te bewonderen in Galerie Solo in de Museumstraat op het Antwerpse Zuid.
De 14 monumentale werken van bijna 2 op 1.5 meter zullen Galerie Solo op hun grondvesten laten daveren. Geza en Chérif, het Frans-Duitse artiestenkoppel dat onder de naam KRM door het leven gaat, creëert fictieve muren op hout. Deze rebelse kunst, die bij momenten doet denken aan werk van Mimmo Rotella , vindt zijn oorsprong in de menselijke tragedie en de complexiteit van het alledaagse leven. Met titels als La foi, fight, Do it, Migration, Luger, Pouvoir en Blessé scheppen ze een kruisweg in de gewijde stilte van de galerij. Bezoekers krijgen niet de indruk binnen te treden in een verkoopsomgeving, maar in een sacrale beleving. De werken lijken weggeplukt uit de urban jungle die zich enkele kilometers verder op gang trekt, om hier even hun schoonheid te laten bewonderen.
KRM, Luger (2013) courtesy Galerie Solo
Luger (2013) had net zo goed luguber kunnen heten. Het Duitse wapen richt zijn loop op een lege stoel waarop nog een tasje dampend hete koffie wacht op het slachtoffer. De kogelinslag wordt visueel weergegeven met een uiteenspattend Bam. Net zoals Pop-Artkunstenaar Roy Lichtenstein is de beeldtaal prominent aanwezig in het werk van KRM. Alles lijkt vooraf strak in scène gezet, een strakke regie die de lijnen bepaalt. Chérif ontkracht echter in alle toonaarden dat planning aan de basis van een kunstwerk ligt. ‘Ons werk kan je vergelijken met twee musici die tegelijkertijd improviseren, eigen spel vloeit naadloos over in een perfect samenspel.’ De stoel waarop een tasje koffie staat te wachten op het slachtoffer is naïef weergegeven. Vanuit perspectiefstandpunt zou men een deel van de vierde poot moeten zien. Waar is die stoel ooit nog eerder opgedoken? Inderdaad Joseph Kosuth kijkt over onze schouder mee. Wat verder opvalt is de afwezigheid van personen in het beeld, terwijl je dat net zou verwachten. De revolver vuurt zonder dader op een stoel zonder slachtoffer. Deze laatste is echter wel impliciet aanwezig in het werk door de getande P. Net zoals in het Kafka’s Proces is het slachtoffer herleid tot een letter. De -naïef geschilderd – witte P in schril contrast met het zwarte gestileerde wapen. In de rechterbovenhoek zijn afgescheurde posters een stille getuige van dit surrealistisch tafereel. KRM maakt dankbaar gebruik van de 80.000 affiches die Chérif in een vroeger leven op de kop heeft kunnen tikken. Meerdere affiches worden over elkaar gekleefd en gedeeltelijk afgeschraapt. Ze benadrukken het verval, de graffitimuur die geduldig wacht op de kogelinslag.
KRM, Incarcération (2013), courtesy Galerie Solo
Incarcération (2013) evoceert rauw-realistisch de gevangenisomgeving. De zwarte achtergrond benadrukt nog extra de benauwdheid waarmee de gevangene in zijn cel geconfronteerd wordt. Een rol wc-papier en de onleesbare graffiti zorgen voor de enige tinten in de zwarte omgeving. De foto waarom een man ons aanstaart, brengt de associatie van een ‘mugshot’. Ironisch genoeg is de code die zich onder de man bevindt een Captcha (Completely Automated Turing Test to tell Computers and Humans Apart). Deze vorm van identificatie wordt gebruikt om een extra veiligheid in te bouwen op het internet. Wie deze correct overtypt, zal op zijn computer naar een volgende pagina geleid worden. Wil KRM ons hiermee een geweten schoppen dat we op een of andere manier allemaal slachtoffer van het internet zijn? De codes die het wereldwijde web ons aanreikt zijn echter geen sleutels die vrij maken. Vrijheid wordt een ijdel woord. De gevangene die ons aanstaart is misschien vrijer binnen de beperking van zijn vier muren, dan de mens die zich vrij waant, maar tegelijkertijd in de ratrace van het heden meedraait.
In Fight gaat KRM in strijd met zijn artistieke vader. Tijdens de tentoonstelling in het Franse MAC (Montélimar) trad het kunstenaarsduo in dialoog met iconen uit de Pop Art zoals Warhol, Haring en Basquiat. In dit werk gaan ze zelfs verder. Twee onmiskenbare Keith Haringfiguren zijn in een strijd verwikkeld waarbij een van de twee dreigt uit het schilderij gegooid te worden. Ook in La Foi is de hond , een vaste waarde in het werk van KRM, prominent aanwezig. De hondenkop gaat echter schuil achter een blauw masker. De naïeve, krachtige gelaatsexpressie doet vermoeden dat de geest van Basquiat niet ver weg is. Een maatpak met grijze krijtstreep toont aan dat hier ook weer gretig gegrasduind werd in de reclameposters. Het hoofd is echter verwijderd en in de plaats daarvan bevindt zich een kruis. Het brein is verwijderd. Het dogmatieke denken is in de plaats gekomen.
Met KRM slaag Galerie Solo er op korte tijd in om met krachtige kunstenaars uit te pakken. Geza en Chérif toveren met hun Esprit du Mur de binnenmuren van de galerij om tot een les in kunstgeschiedenis, een opdracht tot stilstand en observatie, en nodigen ten slotte uit tot introspectie.
De tentoonstelling KRM bij Galerie Solo loopt nog tot 10 februari, klik hier voor alle info.
(Dit artikel verscheen eveneens op de website van TheArtCouch)