Akhnaten: de recensent zag een andere opera

10987384_851022318269298_1534810054784135704_nIn dit overweldigende culturele landschap is het niet langer mogelijk om door het bos de bomen te zien. Om niet als een Tiresias te moeten ronddwalen, grijpt een mens terug naar recensies. In klare taal bieden door cultuur gepokt en gemazelde mandarijnen hun oordeel aan. Literatuur, film, restaurants: niets is veilig voor hun oordeel waarin ze het onderwerp in kwestie tot op het bot fileren.

Uit respect voor dergelijke vrouwen en heren die vanuit doorrookte chesterfields hun wijsheid delen, besloot ik ook mijn eerste stappen in deze wereld te wagen. Tot op heden heb ik het niet berouwd. Ik interviewde Bart Stouten en Peter Holvoet-Hanssen, liet me meevoeren door de liefdessonnetten van Neruda of sabelde in een moment van euvele moed de theatershow van Joost Vandecasteele neer. Alleen bij opera bleef ik verweesd achter. Ik weet wat ik graag hoor en zie op het operapodium. Ik genoot van elke seconde Wagner in de regie van Ivo Van Hove. Ik herinner me de twee oude dames die voor mij zaten en zich verwachtten aan een Siegfried in ridderuitrusting en niet aan een cyberkid. Maar bij opera denk ik niet onmiddellijk aan Philip Glass. De eerste keer dat ik naar zijn werk luisterde, dacht ik meermaals dat mijn cd-speler de geest gegeven had en genadeloos die ene seconde bleef herhalen. Hoe minimalistisch kan een werk zijn?

Wanneer de Antwerpse opera (ik kan niet wennen aan de nieuwe naam) Akhnaten programmeert, dan ben ik aan mezelf verplicht om zo snel mogelijk kaarten te bestellen. Gisteren was het dan zover. 17 februari, rij 6 stoel 18. Een volle Antwerpse opera maakt zich op voor bijna drie uur minimalistische opera. Bij de eerste openingsnoot spookt de recensie van GL door mijn hoofd. De recensie in Knack is niet mals voor deze uitvoering. Maar ik ben ook niet mals voor de recensie. Bijna de helft van het werk gaat over leven en werk van Glass zelf waardoor er amper ruimte overblijft voor een goede duiding van wat er zich die avond op het podium zal afspelen. En wat GL dan uit zijn pen lult, getuigt bij momenten van een pedante bladvulling.

Ik heb de waarheid niet in pacht, maar ik heb wel mijn mening, want ik was er bij die avond en zag een andere opera dan GL. (Voor alle duidelijkheid heb ik de citaten van GL letterlijk overgenomen)

Samen met de regie & het decor van Nigel Lowery, de choreografie van Amir Hosselpour en de kostuums van Walter Van Beirendonck, is het geheel een bombastisch spektakel geworden. Niks bescheidenheid of een moment van intimiteit. De heren mogen dan wereldberoemd in eigen kring zijn, voor deze enscenering hebben ze er met hun goedkoopste klak naar gegooid.

Wereldberoemd in eigen kring. Hoe lang moet je recensent zijn om te beseffen dat dit goedkope volksverlakkerij is? Geen enkel moment van intimiteit? Dan vrees ik dat GL tijdens het tweede bedrijf te laat is binnengekomen waardoor hij de scène tussen Akhnaten en Nefertiti gemist heeft. Verteller Geert Van Rampelberg bracht meer dan eens een moment van bezinning tussen de koorzangen. Goedkope klak? Een goede recensent legt uit. Bombastisch en goedkope klak lijken me trouwens een contradictio te zijn, maar dit kan mijn persoonlijke invulling zijn.

Het centrale decorstuk is een mix van een tempel, een paleis en een mausoleum. Hij ruikt naar Frans Masereel, Fritz Lang [Metropolis] en Sergei Pavlovich Diaghilev. Dat bovendien om de tien minuten wat rondjes draait. Door de overdaad groeit de indruk dat het onderstel van een draaimolen voor een goed prijsje is gehuurd van een foorkramer, er wat paalwerk werd op gemonteerd, waartegen wat planken werden geslagen.

GL kent wel zijn klassiekers, maar heeft in deze paragraaf blijkbaar last met zijn taal. Dat bovendien om de tien minuten wat rondjes draait. Geeft deze zin u ook de indruk geschreven te zijn door een Poolse stagiaire of een recensent na een nachtje stappen? Het is maar een vraag. Verder krijg ik niet het beeld van overdaad bij een molen die om de tien minuten wat rondjes draait. Gelukkig beschikt GL wel over voldoende technische kennis om deze circulatie te koppelen aan een …draaimolen. Maar dan loopt het ergens mis in de redenering van onze recensent. Wat paalwerk en wat planken in combinatie met rondjes om de tien minuten scheppen een overdaad? Hopelijk wordt GL nooit uitgenodigd om een recensie te schrijven over Tomorrowland. Ik stel me ondertussen zelfs geen vragen meer bij het onbepaalde wat.

Het achterdoek verbeeldt een sterrenhemel, aangevuld met nieuw verzonnen planeten en krolse symboliek. De kostuums zijn ronduit infantiel. De zonnesteek van de farao naar wie de opera is genoemd, de zon als schijf in plaats van bol, wordt door de modemaker verbeeld door een jongedame met een ronde schijf voor het bovenlichaam. Enkele keer paradeert zij heen en weer op spitsen.

Tenzij je Copernicus of Galilei bent, kan ik me niet voorstellen dat je als bouwer van een operadecor geacht wordt de constellatie exact in kaart te brengen, maar als dit een vereiste is, dan kan dit best opgenomen worden in het volgende draaiboek. Bij het buitengaan hoorde ik niets dan bewondering voor de gouden gewaden van Van Beirendonck. Maar wellicht is de recensent ook hier weer te snel door de bocht gegaan. Ik geef hem gelijk bij de kledij van sommige acteurs. De man met een machinegeweer door zijn lichaam, de drugsgebruiker en -dealer (letterlijk) onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik weet niet of ik het woord infantiel zou gebruiken, maar dat is semantische haarklieverij. Enkele keer paradeert. Klinkt deze zinswending u ook zo vreemd in de oren?

Nu zit er in het libretto weinig evolutie. Bij Glass gaat het eerder om een mystieke ervaring.

Dit is positief. Krijgen we nu eindelijk een diepzinnigere analyse van de kijk- en luisterervaring?

Geen spoor ervan te vinden in de nieuwe productie van de Vlaamse opera. Waar het duidelijk om ging was dat de drie goden, Titus Engel, Nigel Lowery en Walter Van Beirendonck tegen elkaar op wilden blinken. Dat is ze gelukt, weliswaar ten nadeel van een beklijvende en boeiende operaervaring. Dat de ‘Egyptische opera’ van Philip Glass werd misbruikt is over de top, maar het scheelt niet veel.

Bij lectuur van deze analyse, een recensent onwaardig, krijg ik alleen maar de indruk dat deze in hetzelfde bedje ziek is en zich binnen zijn recensie de vierde god mag noemen.

De jonge ploeg dansers en zangers samen met de koorleden en de muzikanten valt niets te verwijten. Ze geven stuk voor stuk en in mooi samenspel warmte en weelde aan de voorstelling. En is het eerste deel zuiver een exposé op de theologische filosofie van de farao, het tweede deel is het verval ervan, omgezet in het verjagen van de koninklijke familie, zowel uit zijn nieuwe hoofdstad als de verwoesting van zijn mening, ten bate van een terugkeer naar de klassieke religie en politiek, die door het fanatisme waarmee Akhnaten zich beet in zijn zonneschijf [aton], in plaats van de goeie ouwe zon als bol [amon] al te lang verwaarloosd werd. Met als gevolg een staat die economisch en militair op instorten stond. De actie van het tweede deel, die de regisseur niet kon negeren, redt de voorstelling. Maar hiermee is voor de productie geen grote toekomst weggelegd.

Vindt u ook dat deze laatste zin ook weer ergens in het ijle zweeft? Ik lees over de goede prestatie van dansers en zangers en het mooie samenspel. Na deze appreciatie keert GL terug naar duiding waarover de opera handelt. Dan is er weer die vileine sneer in de laatste zin die kant noch wal raakt. Ik lees nergens iets over een slecht eerste en derde deel (ook al noemen operakenners het een bedrijf). Schrijft GL nu niet de hele tijd over het teveel aan bombarie en beweert hij nu net niet het tegenovergestelde? Bipolaire stoornis is de eerste diagnose die in me opkomt 😉

Na de laatste opvoering verdwijnt die in een zolderkast en worden de kostuums aan een school geschonken, die ze naar hartenlust mag verknippen voor een eindejaarproductie waarin er flink kan, nee moet gelachen worden. Tenzij meneer Van Beirendonck denkt dat hij de kunst van de mode een nieuwe boost heeft gegeven. En met hem een aantal volgelingen van de vermeende goeroe.

Lees ik goed dat de toekomst dan in een zolderkast verdwijnt? Is het ironie? Sarcasme? Of gewoon een afrekening van een geborneerde recensent? Beste GL, meneer Van Beirendonck heeft de mode een boost gegeven. Ik heb een simpele steekproef gedaan en zijn naam gegoogled. Zijn 498.000 hits geven hem een lichte voorsprong op jou (27.100 hits). Oh ja, mijn naam leverde niet minder dan 517.000 hits op, maar ik deel deze naam nu ook eenmaal met een personage uit een roman van Georges Simenon, dus ik heb een literair voordeel.

Akhaten is een productie zijn geld niet waard. Het zoveelste bewijs dat een mix van beroemde namen niet garant staat voor een topprestatie. Nochtans kan de Vlaamse Opera er leveren. Meer dan één per seizoen. Maar dan zal het toch met een intendant moeten gebeuren die boven de middelmaat uitstijgt.

En dit is de conclusie van GL. Als je op een voetbalveld zo de man zou spelen, sta je binnen de kortste keren onder de douche. Recensenten hebben recht op een eigen mening. Meer nog, ze moeten een eigen mening formuleren wars van alle trends en vriendjespolitiek. Zij zijn de bakens die ons, Tiresiasen in het uitgebreide culturele landschap, veilig thuis moeten brengen. Als recensent van de recensent kan ik alleen maar zeggen dat de staande ovatie voldoende zei over de kwaliteit van de opera. Het grootste minpunt van Akhnaten is niet de opera, maar een geborneerde mandarijn.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s