De studio boven het Gerechtsgebouw in Kontich beantwoordt aan ons ideaalbeeld van een kunstenaarsatelier: een ruimte van bijna 100 m² waar een zekere orde in de chaos heerst en met grote ramen waardoor het zonlicht binnenvalt. Hier timmert Flexboj & L.A. aan zijn oeuvre, worden inspiratie en kritiek uitgewisseld. De conversaties die op deze verdieping gevoerd worden gaan, net zoals bij de onderburen, meestal over processen: het proces van de schilderkunst.

Aandachtige lezers zullen opgemerkt hebben dat ik in de openingsparagraaf een enkelvoud gebruikte om naar dit duo te verwijzen, want of ze nu afzonderlijk of samen aan een schilderij werken, het is de entiteit, de synergie die voor het eindresultaat zorgt. Wat ooit startte als een grap van beide kunstenaars toen ze nog studeerden aan de Gentse LUCA School of Arts, is vier jaar later uitgegroeid tot een entiteit met een vaste waarde in de kunstwereld. Een entiteit. Waarom? Omdat een entiteit creatiever kan zijn dan een individu? Om op deze manier twijfel te zaaien? Vragen waarvan ze zelf beweren dat het aan de toeschouwer is om daarover te oordelen.
Het resultaat is niet het ultieme doel

Die synergie valt ook op in hun antwoorden. Op de vraag hoe je hun creatieve proces moet zien, neemt L.A. het voortouw. Even later vult Flexboj aan. Ze werken in hun atelier niet volgens een vast patroon. Hun werk is een organisch geheel waarbij ze afzonderlijk of samen aan een doek werken. Er zijn twee vaste waarden: elke beslissing wordt in samenspraak met de ander genomen en de nadruk ligt niet op het beeld maar op de weg ernaartoe. ‘We laten ons leiden door wat er op het doek gebeurt, niet door een bepaald beeld of doel. Vaak is het resultaat voor ons zelf een grote onbekende. In ons atelier draait veel rond dialoog en discussie over het proces van het schilderen. Het onderwerp is gewoon een excuus om aan de slag te gaan met penseel en verf.’ Of het binnen deze context dan niet moeilijk is om te weten wanneer een schilderij ‘af’ is? Ook met deze vraag springen ze pragmatisch om. Het moment dat een werk in een galerie of op een tentoonstelling hangt, is het ‘af’.
Beide kunstenaars wonen in het Brusselse en ze sporen dagelijks naar hun atelier in Kontich. Die verplaatsing is een patroon, het enige ritme dat hun werk bepaalt. De afstand zorgt ervoor dat ze ook tijd kunnen vrijmaken voor andere zaken. De kruisbestuiving, de ideeën, de werken ontstaan in Kontich. Thuis zijn er de vrienden, de partner, de hond. ‘We zijn ondertussen vier jaar samen bezig. We zien duidelijk een evolutie in ons werk. Vroeger waren we meer tekstgeoriënteerd en durfden we wel eens uithalen naar de kunstwereld. Nu heeft ons werk een meer poëtische kant met als focus het schilderen zelf. We hebben ons losgemaakt van het idee dat een schilderij iets moet voorstellen. Een canvas moet een schilderij zijn, maar niet noodzakelijk een afbeelding. Hoe meer je schildert, hoe meer je aangetrokken wordt tot het materiaal waarmee je werkt. Je leert op een andere manier kijken en komt zo tot andere denkwijzen. Het laatste dat we willen, is weggezet worden onder een stijl of stroming.’



Kunst is geen eenmalige ontmoeting
Ook al legt het duo de nadruk vaak op de werkwijze, toch blijven we tijdens dit interview vrij statisch aan het geïmproviseerde bureau zitten. Pas als de fotograaf hun aandacht opeist, krijg ik de kans om de werken van Flexboj & L.A. van dichterbij te bewonderen. Ik ga met opzet dicht genoeg staan zodat het beeld vervaagt en mijn blik probeert door te dringen in de verschillende lagen verf, de tinten die zo subtiel zijn dat ze amper opvallen, de houder die in vele gevallen al eens overschilderd blijkt te zijn: dat wat het oog eerst niet ziet. Maar ons brein wil een betekenis geven aan wat we zien. We zoeken verbanden, grijpen terug naar andere kunstenaars, naar stromingen in de kunst om werken in onder te brengen. Wat zich in een vak laat plaatsen, is beter te begrijpen. Net dat wat dit duo te allen prijze probeert te vermijden.
Dit interview verscheen reeds eerder in Kunstletters #19.
Foto’s: Evenbeeld
ben fan van hun werk.