Ritsart Gobyn, in de voetsporen van Zeuxis en Parrhasius

De grijsgure winterwolken houden de laatste bewoners van de sociale woonwijk in het Gentse Antoine Van
Hoorebekehof opgesloten in deze desolate omgeving. De Gentse atelierorganisatie Nucleo stelt hier enkele werkplaatsen ter beschikking voor kunstenaars. Even vrees ik me vergist te hebben van locatie wanneer ik op de anonieme deurbel druk, maar voetstappen op de trap stellen me gerust. Achter deze deur werkt Ritsart
Gobyn
, achter deze deuren leven kleuren die uitnodigen om aangeraakt te worden.

Een goed interview begint met een goede voorbereiding. De website van Ritsart geeft echter niet veel geheimen prijs en ook andere bronnen springen spaarzaam om met informatie over deze jonge kunstenaar. Hij is momenteel zesendertig en ruim tien jaar actief als kunstenaar. Hij omschrijft zichzelf als iemand die in zijn jeugd altijd graag getekend en geschilderd heeft, zonder destijds echt ambitie te hebben. Hij wilde vooral bezig zijn met schoonheid. Een van de logische gevolgen was dan ook dat de jonge Ritsart zich inschreef voor de opleiding Schilderkunst aan de Gentse luca School of Arts.

Abstract hyperrealisme

Met passie en gebaren die zijn woorden ondersteunen beschrijft Ritsart hoe hij evolueerde van grote figuratieve landschappen naar wat hijzelf omschrijft als een vorm van schilderkunst die totale abstractie combineert met hyperrealisme. Tijdens zijn betoog moet ik onbewust denken aan de gelijkenissen met Piet Mondriaan, die een gelijkaardige evolutie doormaakte. “Na mijn studies begon ik de grenzen tussen figuratie en abstractie op te zoeken, tot de abstractie op een bepaald moment de overhand nam. Mijn werk evolueert veeleer langzaam. Ik ben niet de kunstenaar die alles van de ene dag op de andere radicaal omgooit, maar het is uiterst belangrijk om je werk telkens weer in vraag te stellen en jezelf opnieuw trachten uit te vinden.” Ritsart beschrijft hoe hij op een dag een kader aftapete, getroffen werd door de eenvoud en schoonheid ervan en vervolgens dit fictieve kader naschilderde. Op een ander moment werkte hij in zijn atelier aan een collage en werd hij getroffen door enkele losse snippers op de vloer. Dit beeld inspireerde hem om deze toevallige, broze momentopname te vast te leggen als schilderij.

Een schilderkundig spoor

Minutieus schilderde hij de resultaten van zijn schilderkundig spoor na. Op een linnen canvas krijgt het proces nauwkeurig vorm. Vlekken en verfsporen worden niet weggewerkt, maar net in de verf gezet. Een snipper wordt zo natuurgetrouw nageschilderd dat het lijkt alsof deze op het canvas gekleefd werd. Je krijgt de neiging om aan het doek te voelen om te verifiëren dat je ogen je niet bedriegen. Ritsart verwijst naar het verhaal van Plinius de Oudere over een schilderwedstrijd tussen de Griekse kunstenaars Zeuxis en Parrhasius. De eerste schilderde druiven die zo levensecht waren dat vogels erop afkwamen. Het werk van Parrhasius op zijn beurt leek echter schuil te gaan achter een gordijn. Toen Zeuxis dit opzij wilde schuiven, besefte hij dat dit in feite een schilderij was en moest hij zijn meerdere erkennen.

Een doctoraat in trompe-l’oeil
Deze constante vraagstelling naar de echtheid van ons kijken deed Ritsart belanden bij de trompe-l’oeil, waarnaar hij nu onderzoek doet in het kader van zijn doctoraatsonderzoek aan luca School of Arts. “Als toeschouwer doorloop je onvermijdelijk een aantal stappen doorheen het kijken. Eerst is er de illusie waarbij je niet dadelijk beseft dat je bedot wordt. Vervolgens rijst de twijfel over wat je ogen waarnemen. Ten slotte vormt zich het besef dat de illusie doorprikt. Twijfel activeert de tastzin om het signaal van de ogen te ondersteunen. We willen voelen om ons kijken te controleren.” Twee termen die tijdens het gesprek meer dan eens
opduiken zijn tijdelijkheid en procesmatigheid in zijn werk. Hij illustreert beide termen aan de hand van geschilderde stukjes plakband. Iedereen weet dat plakband nooit eeuwig kleeft en slechts gebruikt wordt om een tijdelijke houvast te bieden. Deze eindjes plakband op canvas zijn echter zo realistisch dat je de neiging voelt om ze van het doek te plukken. Door het tijdelijke als een afgewerkt product voor te stellen zorgt de kunstenaar dat deze illusie doorprikt wordt.

Een nieuwe dimensie
Op de vraag hoe hij zijn werk in de toekomst ziet evolueren, antwoordt de kunstenaar dat hij de kijkervaring verder wil proberen te versterken door ook illusoire objecten en installaties te combineren met zijn schilderijen. Hier werkte hij voor het eerst mee in zijn solotentoonstelling Memories of things to be done in Kunsthal Gent waar hij, iets meer dan een jaar geleden, een paviljoen beschilderde zodat het er onafgewerkt uitzag, met de gipsplaten nog zichtbaar. “Ik gebruik de trompe-l’oeil dan als een soort negatie van de schilderkunst. Ze verstopt zich als het ware achter haar eigen illusie. Je moest eens weten hoeveel tijd ik gestoken heb in het beschilderen van dat paviljoen om de indruk te creëren dat het nog in volle opbouw was, waardoor sommige mensen het niet eens bekeken. In zo’n geval is de trompe-l’oeil het slachtoffer van haar eigen succes.” (lacht)
Ritsart beperkt zich steeds minder tot louter schilderkunst. Bij een recente expo in zijn galerie PLUS-ONE Gallery lagen tussen de schilderijen een potje verf, een potlood, rolletjes plakband en verhuisdekens. Alles perfect nagemaakt, met als doel een tentoonstelling in opbouw te ensceneren. “In de hoek stonden ook twee opgerolde canvasrollen tegen de muur. Wie de tijd nam om ze van dichtbij te bekijken, merkte dat de tape die de rollen samen houdt erop geschilderd waren. Ze vormden in hun niet-alledaagsheid een perfecte enscenering van verf, canvas en drager.”
De kunstenaar voelt dat in de toekomst die enscenering en ruimtelijkheid rondom zijn schilderijen een grotere rol zullen krijgen in zijn werk en zullen blijven zorgen voor een vertraging in het kijken. “We zien tegenwoordig zoveel en tegelijk zo weinig. We krijgen dagelijks honderden beelden te verwerken waar we nauwelijks bij stilstaan. Mijn werken vergen tijd om de illusie te doorgronden en ons zo bewust te worden van onze kijkervaring en de eigen perceptie van wat we zien.”

Dit artikel verscheen eerder in TheArtCouch #9.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s