Al tien jaar timmert Call Me Frank met succes aan zijn kunstenaarscarrière. Hij maakte een opmerkelijke keuze: schilderen op plexiglas. Een gesprek over schilder- technieken, doorzetten, budgetbaby’s en Maurizio Cattelan.
Na zijn studies was Call Me Frank (op de deurbel van zijn woning lees ik ‘Iannoccari-Neville’) klaar voor een grafische carrière. Naast deze professionele activiteit zou hij zich onder zijn alter ego Call Me Frank toeleggen op schilderkunst. Met zijn laatste geld maakt de jonge kunstenaar drie werken die allemaal een koper vonden. Het publiek was enthousiast over zijn bijzondere techniek: schilderen op plexiglas.

‘Ik heb het mezelf moeilijk gemaakt’, geeft Frank toe. ‘Het is een arbeidsintensief proces: ik doe bijna twee maanden over één werk. Eerst moet ik het plexiglas opschuren. Daarna breng ik een laag aan, zodat het epoxypigment zich kan hechten. Vooral de lange droogtijden spelen me parten. Bovendien heb je geen mogelijkheid om aanpassingen te doen’, voegt hij er in één adem aan toe. ‘De grote werken tellen ongeveer 250 kleurvlakken. Ik maak elke kleur zelf. Op een goede dag tot 15 kleuren, maar soms ook amper drie tinten. Ik heb ondertussen mijn eigen kleurkaarten gemaakt om sneller te kunnen werken. Ik heb een grondige digitale voorbereiding nodig om te controleren of alles klopt.’
Tientallen foto’s tegen de atelierwand bewijzen dat hij niets aan het toeval overlaat. Zijn inspiratie voor portretten vindt hij online en in magazines. ‘Ik word getroffen door het beeld van onbekende. Dat wil ik op plexiglas vatten. Omdat ik hun namen niet ken, zijn het voor mij allemaal Jane en John Does (Engelse term voor niet-geïdentificeerde personen).
Vijf galeries in binnen- en buitenland bieden werk van Call Me Frank aan. Hij blijft er bescheiden onder. Hij geeft zelfs toe dat het wat stiller is op het kunstfront. Investeringen hebben een hap uit het budget genomen. Hij tovert een tiental inspiratieboekjes tevoorschijn. ‘Meer ideeën dan geld momenteel’, lacht hij. ‘Ik werk veel met potlood en papier. Dat is goedkoop en het houdt de inspiratie scherp. Ik probeer ook om elk jaar nieuwe technieken bij te leren.’
In het atelier toont hij mij zijn project ‘Warfume Agent’. Voor dit project maakte hij acht verschillende parfumflesjes met een wrange knipoog. Uit een doos tovert hij zijn Agent Orange tevoorschijn. Het ontbladeringsmiddel dat massaal werd ingezet tijdens de Vietnamoorlog veranderde in zijn handen tot een verstuiver waaruit een onschuldige mist verstuift. Met ‘Budget Baby’ realiseerde Call Me Frank een ander idee uit zijn inspiratieboekje. ‘No crying, no feeding, no changing, no batteries, no use’ luidt de ludieke ondertitel. Het boekje nodigt uit om met papier en schaar een baby in elkaar te knutselen. Frank biedt zelfs de mogelijkheid om te upgraden tot een plastic modelleerkit of porseleinen versie in luxe-verzamelkist. Hij ziet mijn verbazing en licht toe dat deze zijstappen hem helpen bij de zoektocht naar zichzelf. Elk jaar stort hij zich op een nieuwe vorm of materiaal. Niet tevreden? Dan verwijst hij het werk genadeloos door naar de kelder. Gelukkig volgen galeries zijn zijsprongen en durven ze een risico nemen.

Zijn er ook kunstenaars die hem inspireren? ‘Ik hou van de manier waarop Maurizio Cattelan het aandurft om moeilijkere onderwerpen te brengen. Hij verrast door de dramatiek van het onderwerp en toch speelt er een glimlach om je mondhoeken: een biddende Hitler, de Paus getroffen door een meteoriet of een ostentatieve middenvinger op het plein voor de Milaanse Beurs. Stuk voor stuk krachtige werken die je laten stilstaan en nadenken. ‘In de stilte van mijn atelier voer ik vaak gesprekken met mezelf,’ bekent Frank. ‘Ik beeld me in dat Cattelan me interviewt en ik op elke vraag een gevat antwoord geef. En dat de Italiaanse kunstenaar me toevertrouwt dat hij een grote fan van mijn werk is.’ Welke raad zou hij aan startende kunstenaars geven? Zijn antwoord is kort en zonder franjes: ‘Blijf trouw aan wat je goed vindt. Succes met werk dat je niet graag maakt, is geen succes.’
Call Me Frank exposeert:
- Quartier A, Aalst, solo, vanaf 28 april 2019
- Galerie Van Campen en Rochtus, Antwerpen (groepsexpo), vanaf 25 april 2019
- Städtische Galerie Neunkirchen, solo, vanaf 30 augustus 2019
Dit artikel verscheen in Kunstletters #005