
Van stadsdichters verwacht je dat ze … gedichten schrijven. Maar dat kan je niet verlangen van een actieve duizendpoot als Stijn Vranken. In samenwerking met de mensen van De Klopperij toverde hij een tram om tot een rijdend poëtisch café. Gedurende de zomermaanden zal deze tram doorheen de Antwerpse straten trekken met in zijn kielzog flarden versregels en poëtische klanken. Ter gelegenheid van de poëzietram kon een gedicht niet ontbreken. Daarom op deze Wednesday Words het nieuwe stadsgedicht van Stijn Vranken.
BOVENGRONDS EN ONDERWEG
ach, vraag me niet waarheen de rit
is het nog ver, hoe lang duurt dit
en gaan we heen of eerder weer
ik zeg het u, ik weet het niet
dit is gewoon de weg, meneer
naar wat we altijd zijn geweest
een even licht als donker spoor
dat dus (zo blijkt uit vorig vers)
echt niemand iemand wijzen kan
een cirkel dralend om zijn doel
een omweg van begin tot eind
allez roulez! – kom hier meneer
en blijf bij voorkeur levenslang
niet iets dat iemand zomaar vindt
maar overal en zichtbaar zoek
hier bovengronds en onderweg
Wie nieuwsgierig is, kan surfen naar de website van Antwerpen Boekenstad.