Wat hebben Londen, Hasselt en Antwerpen gemeen? Het zijn steden waar fashionista’s naar afzakken om te genieten van de nieuwste modetrends. Maar deze drie steden delen meer dan alleen maar een bloeiende modescène. Alexander McQueen in Londen, Paul Smith in Hasselt en Dries Van Noten in Antwerpen palmen niet alleen modewinkels, maar ook musea in. Het Antwerpse ModeMuseum brengt met de tentoonstelling ‘Dries Van Noten. Inspirations’ een ode aan deze modeontwerper met Antwerpse roots.
De toekomst van Dries Van Noten stond in de sterren geschreven. Hij werd in 1958 te Antwerpen geboren als telg uit een familie die haar sporen verdiende in de mode. Zijn grootvader was een kleermaker die tijdens het interbellum de eerste prêt-à-porterboetiek voor mannen in Antwerpen opende. Zijn vader zette de traditie voort, maar verlegde zijn focus naar luxemerken. Het was dan ook logisch dat kleinzoon Dries in de voetsporen van zijn vader en grootvader trad. Toen hij zich in 1977 inschreef aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen, werkte hij reeds als freelancer.
In 1985 richtte hij zijn eigen modelabel op en een jaartje later stelde hij in Londen zijn eerste herencollectie voor als één van de Antwerpse Zes, een informeel collectief van jonge ontwerpers. Samen met Dirk Bikkembergs, Ann Demeulemeester, Walter Van Beirendonck, Dirk Van Saene en Marina Yee zette Van Noten vanaf dat jaar de Belgische mode op de wereldkaart. In 2008 won hij de internationale prijs van de ‘Council of Fashion Designers of America’. In datzelfde jaar verscheen Cate Blanchett op de rode loper van de Oscaruitreiking in een van zijn creaties. Sindsdien is Van Notens klantenbestand alleen maar gegroeid en mocht hij bekende mensen als Maggie Gyllenhaal en koningin Mathilde van Belgïe kleden. Tijd dus om er een tentoonstelling aan te wijden, zal men gedacht hebben in het Antwerpse ModeMuseum.
Van kledingzaak en beschutte werkplaats tot MoMu
De eerste zondag van de maand zijn alle winkels open in Antwerpen. Wellicht verklaart dit de enorme drukte tijdens de tentoonstelling. Het ModeMuseum is immers gelegen in de Nationalestraat, dicht bij de Van Notenwinkel en de trendy Kammenstraat, die de laatste jaren menig ‘hipster’ en ‘fashionista’ aantrekt. Het MoMu vond onderdak in de gebouwen van New England, een 19e eeuws warenhuis voor heren- en kinderkleding. In de loop van de 20ste eeuw kreeg het gebouw nog verschillende andere bestemmingen zoals hotel, elektriciteitsmaatschappij en beschutte werkplaats, alvorens in 2002 als MoMu te openen. Tweemaal per jaar presenteert dit MoMu een tentoonstelling waar zowel de exclusieve creaties als de inspiratiebronnen van de ontwerper aan bod komen. Dries Van Noten krijgt tijdens deze tentoonstelling dan ook het gezelschap van beroemde kunstenaars als Damien Hirst, Yves Klein, Pablo Picasso en Mark Rothko.
Een succesvolle start

Dat het tijdens een koopzondag over de koppen lopen was, verbaast niemand. Maar een trotse Kaat Debo, directeur van het MoMu, kon na een maand bevestigen dat al meer dan 20.000 mensen de tentoonstelling hadden bezocht. Met nog vier maanden voor de boeg kan de tentoonstelling de grens van de 100.000 doorbreken. Ter vergelijking: de populairste tentoonstelling van 2014, ‘As Sweet as It Gets’, de overzichtstentoonstelling van Michaël Borremans in de Brusselse Bozar- trok bijna 144.000 bezoekers. Is deze massale opkomst terecht? Het antwoord is een volmondig ja. In niet minder dan 25 thema’s zoals ‘Sport Couture’, ‘Marble Women’, ‘Grunge’ en ‘Butterflies’, gidst Van Noten de bezoekers door zijn werk, zijn invloeden en ook zijn creatief denkproces. Voor dit laatste onderging de ruimte van het MoMu een grondige transformatie tot een ‘black box’, waarin verschillende creaties achter glas oplichten. Van Noten omschrijft deze aanpak in ‘Knack Weekend’ als volgt: ‘De eigenlijke bedoeling van mijn expo is om aan het publiek te tonen hoe mijn brein werkt en hoe creativiteitsprocessen daar het gevolg van zijn. Dat is soms donker en zonder inspiratie, maar daar kunnen ook momenten van inzicht en lichtpuntjes in zitten, net zoals in de kamers.’
Van punk tot Shakespeare
Maakt de duisternis anoniemer waardoor mensen zich spontaner gedragen? Het staat in ieder geval vast dat de verschillende ruimtes druk en luidop besproken worden. Terwijl vooral tienermeisjes hun droom als modeontwerpster voeden, bewonderen andere bezoekers in de ‘Gold’-zaal een kledingstuk uit de afstudeercollectie van de ontwerper: een jas uit slangenleder met appliqué motieven. Goud laat niemand onverschillig. Voorwerp van zowel luxe als liturgie: goud als object van begeerte, maar ook van delicaat verweven grandeur in liturgische kledij zoals een laken vrouwenjas uit 1909. Goud, op de grens tussen opzichtigheid en bling, flamboyant en elegant, maar altijd overweldigend.
In de ‘Punk’-zaal vormen rebellie en omvergeworpen sociale codes de bron voor creatieve inspiratie. Bestaande vormen verdwijnen naar de achtergrond waardoor nieuwe kleuren en houdingen ontstaan. Het werk ‘Alter Ego’ (2010) van de Engelse beeldhouwster Cornelia Parker illustreert dit perfect. Ze presenteert de bezoekers twee objecten in verzilverd metaal, waarvan er een verpletterd is door een gewicht van 250 ton, waardoor het een dimensie verliest. Nochtans zal deze tweedimensionale vorm onder een bepaalde lichtinval een duidelijkere schaduw afwerpen dan het oorspronkelijke object. In diezelfde ruimte bevindt zich ook een video van Yves Kleins ‘Anthropométrie de l’epoque blue’ uit 1960 waarbij naakte vrouwen zich lieten beschilderen om vervolgens hun lichamen tegen canvas te drukken, een revolutie en schandaal in die tijd.
In zaal 14 en 15 spelen twee andere kunstenaars een hoofdrol. Sissel Tolaas is een Noorse onderzoekster en kunstenares die haar werk vooral op geuren baseert. Speciaal voor deze tentoonstelling vroeg Van Noten haar een werk te creëren. Twee muren werden geïmpregneerd , de ene met aarde- en de andere met ozongeur. Bezoekers worden uitgenodigd om met hun handen langs de muur te strijken om zo het geurenboeket te verspreiden. Spijtig genoeg hadden al veel mensen zich tot deze actie laten verleiden, waardoor men vrij hoog moest reiken alvorens het gewenste resultaat te bereiken. Het werk van David Michalek kan men het best vergelijken met dat van Bill Viola of David Claerbout. Met archiefbeelden uit Van Notens werk toog hij aan het werk en brengt ons een verstilde beweging van modellen op de catwalk. Hun zwierige bewegingen worden bij Michalek bijna tot een stilstand herleid waardoor bezoekers getuigen zijn van de subtiele nuance van elke handbeweging of gezichtsuitdrukking.

In de ‘India’-zaal tonen video’s het intensieve werk dat komt kijken bij ieder ontwerp. Verschillende creaties van Van Noten worden in India met de hand geborduurd; een titanenwerk van honderden uren meestal door mannen uitgevoerd. Op deze manier zorgt Van Noten rechtstreeks voor werk in talrijke Indische dorpen en hoeft hij niet in te boeten aan kwaliteit die in de Westerse wereld onbetaalbaar zou worden.
De laatste zaal kreeg de naam ‘A Midsummer Night’s Dream’ mee en toont kledij voor alternatieve levensstijlen van eco-strijders en hedendaagse hippies. Kledij vormt een verlengstuk van het verlangen naar schoonheid, een moment van reflectie, het herwonnen paradijs. Millais’ ‘Ophelia’ is dan ook het perfecte kunstwerk om deze fleurige kledij te vergezellen. Ophelia, personage uit Shakespeares ‘Hamlet’, is een prerafaëlitische visie op het herwonnen paradijs. De jurk op het schilderij had van Van Notens hand kunnen zijn.
Antwerpen omhelst zijn zoon
Dat deze tentoonstelling eerst in Parijs en niet in Antwerpen liep, vond de ontwerper spijtig, maar was louter een toevalskwestie. Door het succes in het Parijse Musée des Arts Décoratifs (160.000 bezoekers) besloot hij dat een vervolg in zijn geboortestad niet kon ontbreken. Met ‘Inspirations’ keert Dries Van Noten terug naar de stad waar alles ooit begon. Wie de tentoonstelling rustig wil bezoeken kan het beste de weekends en koopzondagen vermijden. De omgetoverde ruimte vraagt om stilte en over-enthousiaste tienermeisjes zijn dan meestal een slechte combinatie. De tentoonstelling kan nog bezocht worden tot 19 juli. Wie een blijvende herinnering aan deze tentoonstelling wil hebben, schaft zich de indrukwekkende bijhorende catalogus aan. 3000 bezoekers gingen u reeds voor.
Dries Van Noten. Inspirations, t/m 19 juli 2015, ModeMuseum, Nationalestraat 28, Antwerpen.
Website: http://www.momu.be
Deze recensie verscheen eerder bij Het Beeldende Kunstjournaal.