Het is vandaag 70 jaar geleden dat Käthe Kollwitz overleed. Deze Duitse kunstenares is in ons land wellicht het meest bekend voor haar beeld van een treurend ouderpaar op het Duitse oorlogskerkhof in Vladslo. Kollwitz begon te beeldhouwen tijdens de Eerste Wereldoorlog, de oorlog waarin Peter, een van haar zonen op 23 oktober 1914 het leven liet. Ter nagedachtenis aan hem schiep ze het gedenktbeeld dat zich nog steeds in Vladslo bevindt.
Bij de inhuldiging van het poëziebos schreef dichteres Lies Van Gasse haar impressie bij dit beeld.
Dit gaat over verdriet,
maar ik zeg het anders,
als een snelle, veelvoetige wind,
koud over lanen,
als een haastige, zinloze gedachte.
Dit gaat over pijn, maar het klinkt als
gefladder van bladeren,
gewicht waardoor men een buiging maakt,
de handen strak voor het gezicht.
Door het vallen van zon
moest ik mij onverwachts herschikken.
Door mijn middagen gaapt nu een dal.
In je slaap leg ik takjes naast je gezicht,
gevonden keien, schelpen, mos.
Je ledematen liggen als zacht koraal op de oever,
je brieven herlees ik als een sleepnet
tenzij, als ik een rif leg
tussen mijn beide handen
en schaaf, maar dan zwart,
tot lijnen van kool ontstaan.
Over veel meer gaat dit niet.
Wit huilt de wandelaar,
een lijster schudt zijn veren.
De vogel buigt en bidt.