Joke Timmermans staat me al op te wachten in de inkom van de studio. Ze bevestigt dat Piet (Stockmans) er over enkele minuten is. Buiten ligt C-mine in de bleke winterzon, binnen is alles wit en blauw. Porseleinblauw. Alsof iemand een hemelstuk heeft losgewrikt en in fragiele scherven over de ruimte heeft uitgestrooid. Hier, tussen stapels borden, proefmodellen en archiefdozen, wordt duidelijk wat een mensenleven kan zijn wanneer iemand het koppig genoeg kneedt tot zijn eigen vorm.

“Ik ben ondertussen 85. Een jaar geleden gaven de dokters me nog een jaar. Ondertussen heb ik die deadline reeds met twee maanden overschreden.” Piet Stockmans vertelt het zonder pathos, bijna praktisch. Alsof leeftijd een materiaal is – net als porselein – waar je vooral mee moet dóórwerken. “Zonder plannen val ik dood,” zegt hij ergens tijdens het gesprek. Blue Heaven, de nieuwe expo in Studio Pieter Stockmans, en het boek Verhalen achter de scherven komen vandaag samen als twee lezingen van hetzelfde leven: het ene in objecten, het andere in zinnen.

Blue Heaven: een leven in porseleinblauw

In de oude mijngebouwen van C-mine, waar ooit steenkool het licht smoorde, hangt nu een ander soort stof in de lucht: porseleinstof. In de expo Blue Heaven wordt een nieuw beeld van Piet Stockmans geschetst. Niet door een curator van buitenaf, maar door zijn kleindochter Finne Claesen, pas afgestudeerd als interieurarchitect. Zij dook in het archief, koos vrij en eigenzinnig, en haalde werken boven die soms dertig jaar lang niet meer getoond waren.

Meer dan zestig jaar werkt Piet al met porselein. Het materiaal is niet zomaar medium maar levensdraad. Hij haalde porselein uit het stoffige decoratieve hoekje en behandelde het als volwaardige kunstvorm, als iets waarmee je kunt experimenteren, twijfelen, struikelen en opnieuw beginnen. Piet nodigt me uit om zelf eerst even rustig door de expo te flaneren zodat ik me een beeld kan vormen van zes decennia passie en vakmanschap.

De expo is opgebouwd rond twee grote polen in zijn oeuvre. Aan de ene kant is er de industriële vormgeving: het werk voor Mosa Maastricht, waar hij 26 jaar hoofdontwerper was. Hier zie ik serviezen en gebruiksvoorwerpen die ooit op tafel moesten belanden, in restaurants, in huiskamers, in bankkantines zelfs. Functioneel, maar altijd met een scherp oog voor vorm, ritme en tactiliteit.

Aan de andere kant is er het vrije werk: installaties, experimenten, stapelingen van duizenden blauwe en witte elementen die wereldwijd hun weg vonden naar musea als het Victoria & Albert Museum in Londen, het Metropolitan Museum in New York en het Stedelijk Museum in Amsterdam.

In Blue Heaven lopen die werelden in elkaar over. Je voelt hoe de industrieel vormgever, de docent, de kunstenaar en de koppige vechter eigenlijk dezelfde persoon zijn. De borden die ooit voor Mosa bedacht werden, lijken hier plots proefstukken in een groter, existentieel onderzoek: hoe ver kan je gaan met één materiaal, één kleur, één obsessie?

De expo loopt vanaf 2 april 2025 tot december 2026. Dat is geen detail, maar bijna een statement: er wordt tijd vrijgemaakt. Tijd om terug te kijken, om opnieuw te ordenen, om een oeuvre als een landschap te betreden en niet als een korte stop in een drukke kalender.

En dan, na de wandeling door Blue Heaven, is er de tafel, het gesprek, de koffie. Het moment waarop de kunstenaar mens wordt, en de mens kunstenaar blijft. Wat volgt, is een poging om die dialoog tussen Piet Stockmans en Joke Timmermans zo dicht mogelijk bij hun eigen woorden vast te houden.

Verhalen achter de scherven

Parallel aan de expo verscheen het boek Piet Stockmans. Verhalen achter de scherven, geschreven en gefotografeerd door journaliste en fotografe Joke Timmermans. Geen klassieke biografie, wel een mozaïek van fragmenten: herinneringen, bekentenissen, scherpe observaties en tedere details.

Timmermans ontmoette Stockmans in 2021 voor een fotoreeks over mensen op een kantelpunt. Van daaruit groeide een jarenlange dialoog. Toen Piet in 2024 ernstig ziek werd, kreeg het project een andere urgentie. “Het boek is onaf, zoals elk mensenleven onaf is,” zegt Timmermans.

Ze kiest bewust voor de ik-vorm. Ze kruipt in zijn stem, luistert eindeloos naar opnames, naar het klingelen van servies op de achtergrond, naar een mond vol chocolade die toch blijft vertellen.

“Heb ik dat zo gezegd?” vraagt Piet meer dan eens wanneer hij de eerste hoofdstukken leest. Hij schrikt van zijn eigen directheid, van de manier waarop zijn leven in taal op hem terugkaatst. Maar net dat is de kracht van het boek: de rauwheid is niet weggepolijst; de scherven zijn niet netjes tot een glanzende vaas gelijmd.

De wilskracht van een vechter

Wie alleen het serene blauw van zijn installaties ziet, zou zich een stille, bedachtzame man kunnen voorstellen. Wie hem hoort spreken, merkt snel iets anders: de passie spreekt uit elk woord.

Hij is streng geweest als docent, naar eigen zeggen misschien de strengste. Maar juist daarom liepen studenten hem achterna voor advies. Slechte punten waren nooit het einde, altijd een begin van een gesprek: hoe kan dit beter, wat wil jij eigenlijk maken, wie bén jij? “Welke pretentie zou ik moeten hebben om iets over u te zeggen als ik niet weet wie u bent?” zegt hij.

Diezelfde strengheid richtte hij ook op zichzelf. Hij had naar eigen zeggen makkelijk beroemder kunnen worden als hij niet zo vaak van de hak op de tak was gesprongen, van industrieel design naar installaties, van serviesgoed naar conceptuele stapelingen. Maar compromissen sluiten – een formule vastnagelen en die levenslang exploiteren – het lag niet in zijn aard.

Zijn loopbaan leest als een reeks eigenhandig uitgehakte zijwegen: hoofdontwerper bij Mosa, medeoprichter van het departement Productdesign in Genk, mede-initiatiefnemer van IDEM, oprichter van Studio Pieter Stockmans en verschillende initiatieven rond kunst en ondersteuning.

Steeds opnieuw maakte hij ruimte voor zichzelf en voor anderen, vaak tegen de stroom in.

En dan is er nog die andere kant: de man die zijn eigen doodskist liet ontwerpen, niet luguber maar consequent. De man die zijn kleinkinderen meeneemt op reizen – naar Londen, Berlijn, andere steden dichterbij – omdat hij vindt dat tijd een materiaal is dat je zorgvuldig moet besteden, zeker wanneer je weet dat het eindig is. 174.000 stappen in zes dagen Londen, zegt hij bijna terloops; er klinkt trots in door, maar ook opluchting dat het lichaam nog mee wilde.

“A difficult life is a life full of opportunities,” vat hij terloops in het gesprek samen. Elk probleem is voor hem een kans om creatief te worden. Iemand anders laat het hangen, zegt hij, maar hij niet. De scherven op de grond zijn voor hem geen einde, maar beginmateriaal.

In tegenstelling tot de exporuimte heerst in het bureau van Piet een gezellige rommeligheid. Hier ontspint zich een dialoog tussen kunstenaar en schrijver waaruit blijkt dat ze reeds heel veel gesprekken gevoerd hebben. Wellicht zijn de vragen die ik stel, reeds ettelijke malen de revue gepasseerd. Dus ook voor mij is het iets gemakkelijker. Ik luister naar de woorden, maar ook de stiltes ertussen.

Het boek is geen rechte lijn, maar een verzameling fragmenten. Waarom die keuze voor scherven?

Joke Timmermans: Piet vertelt zelf in scherven. Hij springt van de hak op de tak, laat hier iets vallen, daar weer iets opduiken. In onze gesprekken dropte hij voortdurend kleine brokstukken: een anekdote uit de kostschool, een herinnering aan Mosa, een liefdesverhaal, een faillissement. Die grillige toon wilde ik absoluut bewaren. Het boek moest niet netjes gladgestreken worden, maar laten zien hoe zijn hoofd werkt.

Piet Stockmans: Ik ben begonnen vanuit wat ik níét wilde vertellen. Daar heb ik eerst een grens getrokken, ook uit respect voor mijn familie. Maar binnen die grens heb ik alles gezegd wat maatschappelijk aanvaardbaar is, zoals ik het zelf noem. Ik wilde vooral één iets rechtzetten: dat verkeerde beeld dat sommige mensen van mij hadden.

Welk verkeerd beeld bedoelt u?

Piet: Er zijn altijd mensen geweest die mij niet durfden aanspreken. Ik kwam blijkbaar over als luid, pusherig, kritisch. Terwijl ik zelf nooit het gevoel had dat ik onbereikbaar was. Op recepties liep ik soms drie keer langs iemand omdat ík hem wilde aanspreken. En dan bleek dat hij mij al lang kende en zelf op mij zat te wachten. Dat soort misverstanden heeft me aan het denken gezet.

Joke: Ik herken dat. Als jonge journaliste kreeg ik soms de opdracht: “Je moet Piet Stockmans interviewen.” En dan had ik een klein bang hartje. Hij leek streng, een man bij wie je niet met half werk moest aankomen. Maar vanaf het eerste langere gesprek merkte ik vooral hoe lief en genereus hij is. We hebben toen een fantastische namiddag gehad. Het beeld kantelde compleet.

Toch twijfelde u toen u de eerste hoofdstukken las, Piet. “Heb ik dat zo gezegd?”

Piet: Ja, ik schrok. De directheid waarmee ik praat, werd in de ik-vorm nog scherper. Ik vroeg me af: is dit wel interessant, is dit literatuur, gaat iemand dit lezen? Ik ben streng geweest voor anderen, maar blijkbaar ook voor mezelf.

Joke: Het was ook een spiegel. Doordat ik in de ik-vorm schreef, hoorde hij zichzelf terug. Dat is confronterend. Maar voor mij was het de enige manier om dicht genoeg bij zijn stem te blijven. Ik heb de opnames opnieuw beluisterd, zijn intonatie, het gerinkel van de kopjes, de kleine zuchten tussendoor – dat alles zit, onzichtbaar, in die zinnen.

Scherven brengen geluk, zegt het spreekwoord. Zijn de scherven in het boek kleine geluksfragmenten?

Joke: Voor mij wel, ja. De fragmenten zijn vaak klein: een reis met een kleinkind, een lesmoment in de klas, een herinnering aan een fout of aan koppigheid. Maar samen vormen ze een soort stil geluk. Niet het geluk van “alles is goed gekomen”, wél het geluk van iemand die zijn leven zelf vormgegeven heeft.

Piet: Ik heb de titel niet zo bedacht, hè. Voor mij waren scherven niet meteen “geluk”. Maar ik herken mij wel in het beeld. Scherven zijn scherp, je kunt je eraan snijden. Tegelijk hoort breekbaarheid bij porselein. En ik heb altijd gezegd: een moeilijk leven is een leven vol kansen. Elk probleem is een kans om iets te doen dat je anders nooit gedaan had. Je moet van elk probleem een opportuniteit maken.

U wordt vaak als streng beschreven. Uzelf spreekt van betrokkenheid en rechtvaardigheid. Hoe keek u als docent naar uw studenten?

Piet: Ik was waarschijnlijk de strengste op de school, ja. Maar dat wil vooral zeggen dat ik altijd wilde weten wie er voor me zat. Een student is geen anoniem rapport. Als iemand vijf jaar rondhangt en op het einde toch zakt, kan ik dat niet van me afzetten. Dan voel ik verantwoordelijkheid.

Ik liet studenten soms zelf hun docenten quoteren. Daar vloeiden tranen van bij collega’s. Maar ik vond: ofwel leer je bij, ofwel ga je weg. En ik heb zelf ook punten gekregen, hoor. Die waren gelukkig goed. Al heb ik ooit wel eens een borstel naar een student gegooid. Dat zou vandaag waarschijnlijk op sociale media eindigen.

Joke: Wat mij trof, is hoezeer hij zijn studenten zag als mensen in wording. Hij wilde weten wie ze waren vóór hij hun werk kon beoordelen. Diezelfde blik hanteert hij ook op zichzelf in het boek: streng, soms hard, maar altijd met de vraag: wat heb ik hiervan geleerd?

In het persbericht wordt u een ‘vechter’ genoemd. Hebt u uw eigen succes soms tegengewerkt?

Piet: Ik heb mezelf vaak in de weg gezeten, ja. Als ik heel mijn leven één soort installaties had gemaakt – die met tienduizenden potjes – was ik misschien wereldberoemd geweest. Maar na twee jaar zeg ik: nu is het genoeg, nu moet ik iets anders doen. Ik spring van de hak op de tak. Ik schrijf liever het boek van mijn leven dan het boek van mijn werk. Je moet aan mijn werk kunnen aflezen hoe mijn leven verlopen is. Als je dat niet ziet, dan klopt er iets niet.

In het boek komt ook uw omgang met ziekte en sterfelijkheid aan bod. U liet zelfs uw eigen doodskist maken. Hoe leeft u met dat vooruitzicht?

Piet: Ik ben eigenlijk altijd met de dood bezig geweest, vanuit de religie waarmee ik ben opgegroeid. Eerst moest je je inhouden om in de hemel te geraken. Als die hemel dan wegvalt, opent zich plots een schaal aan mogelijkheden.

Dat ik nu weet dat het einde ergens in de buurt ligt, vind ik niet alleen beangstigend, maar ook bevrijdend. Ik heb mijn zaken op orde: het boek is er, de werken zijn er, er is een derde generatie die ik nog kan begeleiden. Ik heb met mijn kleinkinderen reizen gemaakt – Londen, straks Berlijn – en ik besef dat ik daarmee misschien mezelf nog het meest heb verwend. Het zijn cadeaus aan hen, maar ook aan mij.

Joke: Voor mij was dat een van de meest indrukwekkende lagen in onze gesprekken: die combinatie van luciditeit en tederheid. Hij benoemt de dood zonder drama, bijna als een logistiek feit, maar tegelijk merk je hoe diep hij die tijd met zijn kleinkinderen koestert.

Wat hoopt u dat lezers – en bezoekers van Blue Heaven – meenemen?

Piet: Ik hoop dat ze eens langskomen. Dat ze hier door de expo wandelen en voelen wat ik in het boek zeg. Gisteren waren er honderd en tien mensen. Ik voelde de emotie waarmee ze doorheen de gangen wandelden. Daar doe ik het voor. Dat ze in het werk iets van mijn oprechtheid voelen. Mijn teksten zijn in de ik-vorm, mijn werk is dat eigenlijk ook.

Joke: Voor mij maakt het eerlijk gezegd niet uit of je Piet al kent of porselein verzamelt. Ik hoop dat lezers iets herkennen van zichzelf in die verhalen: het opgroeien, het vallen en weer opstaan, de koppigheid, de kwetsbaarheid. Het boek is geen standbeeld, geen definitief portret. Het is een verzameling scherven die toont hoe iemand mens wordt en blijft. Als mensen het dichtslaan met het gevoel dat ze even dicht bij hem zijn geweest, dan is mijn opzet geslaagd.

Als ik na het afscheid C-mine achter mij laat, verwacht ik misschien dat daar, in een voormalige mijn, een hemel van porselein opengaat. Maar wie Blue Heaven bezoekt, en daarna Verhalen achter de scherven leest, begrijpt dat het niet om een hemel buiten ons gaat. Het is een blauw dat van binnenuit is bevochten, met de koppigheid van iemand die nooit gestopt is met maken, denken, plannen.

Het boek Verhalen achter de scherven verscheen bij Hopper&Fuchs.


Ontdek meer van Kunstflaneur.be

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Ontdek meer van Kunstflaneur.be

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder