De deuren van Art Brussels staan open. In Venetië voeren gondola’s of vaporetto’s drommen Biënnalebewonderaars tussen Giardini en Arsenale (al zullen criticasters wel beweren dat je beter kunt wandelen, maar dat klinkt minder poëtisch). In de Rotterdamse Kunsthal wacht de tentoonstelling Calder Now! op de Middelheim Promotors en andere bezoekers. Dichter bij huis ga ik op bezoek in mijn achtertuin en mijmer voor de Middel-Link van april over Le Chien van Alexander Calder.
Tijdens een van mijn vele wandelingen viel het me op hoeveel dieren er wel niet te vinden zijn in ons beeldenpark. Ik denk dan niet onmiddellijk aan de vrolijk huppelende eekhoorntjes in de prille lentezon of de vogels die elk hun eigen serenade aan de beeldenpracht brengen.



Neen, ik wandel voorbij de ijsbeer van François Pompon die net zijn winterbescherming afgeschud heeft, de hond in de beeldengroep Man, Vrouw, Hond van José Vermeersch en een beetje verder gaat de Archaeopterix Lithografica van Panamarenko een eigen fladderstrijd aan met zijn gevederde nakomelingen. Maar het doel van mijn sculpturale odyssee is de hond van de Amerikaanse kunstenaar Alexander Calder. De ‘stabiele’ viervoeter uit 1958 bewaakt het Braempaviljoen.

Als we de vraag zouden stellen waarvoor Alexander Calder het bekendst is, dan zal al snel de term ‘mobiles’ vallen. Zijn speels beweeglijke sculpturen dansten zich, met dank aan Piet Mondriaan, probleemloos de kunstcanon binnen. Calder zelf verklaarde dat het zijn bezoek was aan Mondriaans studio dat hem ‘abstract’ maakte. Abstract, kinetisch, … voor Calder speelde het geen rol. Hij liet zich niet in een kunstvakje onderbrengen. Zijn werken waren mobiele speelse kunstwerken die de nodige aandacht trokken in de kunstwereld.
Gesneden uit plaatijzer, met zware bouten samengesteld, getuigt De Hond van een ‘lichtpotigheid’ die doet denken aan Marcel Duchamp’s Nu descandant un escalier, waarbij de opperdadaïst de beweging van de afdaling in een schilderij vat. Het was diezelfde Duchamp die de Amerikaanse beeldhouwer aanzette om abstractie en beweging te verbinden. Deze beweging vinden we ook terug bij Calders hond met een toevoeging van een derde dimensie. Op aanraden van Hans Arp doopte Calder deze werken ‘stabiles’ om het onderscheid met zijn ‘mobiles’ duidelijk te maken. Dichter Guy Van Hoof omschrijft deze stilstand perfect in de eerste strofe van zijn gedicht Een stabiele hond:
De maker van mobiles
die met kleur en wind en klank jongleert heeft zijn creatie aan de ketting vastgelegd.
Een grommend, zwart gevaarte dat zich niet zomaar
gewonnen geeft. Vrijheid heet zijn
grondgebied dat niemand ongestraft betreedt. (…)
Met een eenvoud aan woorden, net zoals Calder dat doet met een eenvoud aan middelen, schept de dichter hier een wereld waarin een fabeldier, dat bij momenten aan de hellehond Cerberus doet denken, de wacht houdt bij de kunstcollectie van het Middelheim. De hond (235 cm hoog en 170 cm breed) van het Middelheim is een uniek exemplaar dat voor iedereen toegankelijk is. Een puppyversie van 30 op 42 cm bevindt zich in een privécollectie in Caracas.
Calder is inderdaad een kunstenaar die meer te bieden heeft dan zijn mobieltjes. Voldoende reden om met onze Middelheim Promotors naar de Rotterdamse Kunsthal te trekken, en daar te genieten van de tentoonstelling Calder Now! Om kennis te maken met leven en werk van deze man die inspiratie biedt aan generaties kunstenaars na hem.