Zon en man en ik
hij zegt -ik ben al vijftig dagen onderweg
ik zeg -hoe weet je welke dag het is
hij zegt -ik tel mijn voetafdrukken in het zand
ik zeg -zit er een systeem in
hij zegt -elke stap duurt twee seconden
ik zeg -dat zijn vier miljoen driehonderdtwintigduizend afdrukken
hij zegt -min vier want ik ben twee keer in een steen gestapt
ik zeg -en dat op blote voeten
hij zegt -ja
ik zeg -gaat het
hij zegt -wat
ik zeg -met je voeten
hij zegt -je raakt eraan gewendik zeg -kom je hier vaker
hij zegt -al vijftig dagen
ik zeg -wat zoek je dan
hij zegt -als ik het wist zou ik het al gevonden hebben
ik zeg -zoek je iets speciaals
hij zegt -misschien zoek ik wel niks
ik zeg -dat is oké
hij zegt -wat
ik zeg -niks
hij zegt -niks is okéik zeg -de zon is warm vandaag
hij zegt -de zon is vijfduizend achthonderd kelvin
ik zeg -wat weet je nog meer over deze plek
hij zegt -dat je niet moet huilen in een woestijn
ik zeg -maar het zand prikt in mijn ogen
hij zegt -er is meer zand dan traanvocht dus verspil het niet
ik zeg -er zit trouwens zand in je haar
hij zegt -ik heb tenminste haar
ik zeg -dat is ook zo
hij zegt -wat
ik zeg -dat van je haar
hij zegt -wat is er met haar
ik zeg -dat je haar hebt
hij zegt -nee ik heb haar nooit gehadik zeg- moet je nog ver
hij zegt -na al die rondjes weet ik niet meer welke kant ik op ga
ik zeg -ik weet het ook niet meer
hij zegt -wat
ik zeg -ik weet het ook niet
hij zegt -je raakt er nog wel aan gewend
Met dit gedicht won Fleur Bodt de gedichtenwedstrijd van Young Poets. Of zoals ik in mijn commentaar schreef: ‘een belofte voor de toekomst.’
De rest van het persbericht lees je hier.
Het is altijd heerlijk om jong dichttalent een hart onder de riem te steken. Je leest