Utrecht. De opdracht voor de Internationale Literatuurdagen was duidelijk: schrijf een vervolghoofdstuk op James Joyce’ Ulysses. Och ja, en de inzending mocht niet langer zijn dan 400 woorden. Niet bij de eerste drie, maar toch een leuke publicatie in Ja o Ja, de gelegenheidsbundel waarin de 15 beste verhalen opgenomen werden. Waren er maar 15 inzendingen? Ik durf het niet zeggen. Iedereen heeft recht op zijn beetje ijdelheid.
En die geur en mijn hart ging tekeer als een gek en ja zei ik ja dat wil ik ja in de keuken, de Braygrijze keuken, het geluid van sissend sudderend staal waarin zwakgeurende urine ingewanden branden, ik hou van vette soep met knipogen waarin ingewanden, plakken lever, gefarceerd hart en gegrilde schaapniertjes vetdruipend kleuren. Dublin zelf verliest haar kleur in die laatste momenten van de nacht, o Anna Livia Pleurisdel, namen van talloze madelieven vermengen zich als make-up tot oneetspruikbare waartal, waar in de donkerste kieren die Ieren als mieren kruipkrioelden in veel te smalle stegen ze verder naar Dame Street dat al lang haar maagdelijkheid had verloren, the tart bought a cart, en ze zingen voor haar in melancholische baritonklanken die alleen een land omringd door oceanen kan voortbrengen, in dublins fair city, ik herinner me nog de blonde lokken ze me naar buiten naar zee, die balzakknijpende Ierse zee, nee, ik ging niet uit eigen beweging mee naar zee, ik ben geen sjimpansee, ik ging naar Bray, nee, ik zeg wel te beleefd mogge tegen iedereen die me passeert, good old Paddy, Stephen, Buck and Hugh, zijn naam niet gestolen, Molly, sweet Molly, ingewandbradende muze, bereden en omarmd in zijn grote omhelzing, naakt en nat, berijdt hij je zoals jij mijn ontbijt, nu, in de keuken, in onze keuken, waar jij gisteren met hem, neen, ik wil het niet weten, ik weet het, ik lees het in je ogen, schaamte en lust, schande en last, neen, en mijn hart gaat tekeer als een gek, neen, en je wilde in de keuken, met hem, onze tafel, zijn bleekblanke billen tussen je open dijen, rijen, als een gek, krakend hout onder stomend stoten, echt genoten, en eerst sloeg je je armen om hem heen ja en hij kon je borsten voelen en ja je trok hem naar je toe, neen, Molly, mooie molly, in de Braygrijze keuken, laat het pannenstaal sissen, mijn intestinaal maal, God maakte het voedsel en de duivel de kokkin, mijn cuckhold coquine, mijn verleden en toekomst, mijn nachtmerrie waaruit ik elke ochtend ontwaak, staop, beenuitbed, eerst links,koud hout kleumt tenen, spinkater, voetenwendend, wacht op ontbijt, voor hem geen gedachten, alleen wachten, voor hem is eten weten, muurkalender toont vergeten tijd, 16 juni, gisteren.
Kunstflaneur.be 