In de gouden buik van Boeddha: mooie hypallage, flauw boek.

Dichter-schrijver Ramsey Nasr en rampendokter Luc Beaucourt samen in Birma: dat kan alleen maar vuurwerk opleveren. Toen het boek enkele weken geleden in de boekhandel verscheen was ik er dan ook als de kippen bij om dit (vermoedelijke) kleinood aan te schaffen. Hoe gaat Nasr om met een militair regime dat zijn volk monddood maakt. Zal hij zijn pen in de vileine inkt dopen en, net zoals in zijn pro-Palestijnse tirades, de generaals de mantel uitvegen?

De eerste bladzijden doen het ergste vermoeden. Nasr ontpopt zich als een verwend kind dat zijn visie weigert aan te passen aan zijn omgeving. Hij schrijft, maar het lijkt wel alsof hij zijn vuur aan de grens heeft moeten achterlaten. Toegegeven dat je ter plekke niet steeds vrijuit kunt spreken, maar de paranoia die hij in de beginpagina’s ontwikkelt, gaat me tijdens de lectuur van het boek stierlijk vervelen. Waarom? Reizen is naar jezelf kijken tegen een andere achtergrond. En dat doet de schrijver-dichter. Alleen komt hij niet los van zijn eigen achtergrond. Steeds weer botst hij op het beeld dat hij heeft uit de reisboeken. En wellicht belet het hem om daarom kritisch rond te kijken.  De voorbeelden die hij aanhaalt, overstijgen zelden de reisverslagen die je her en der op het internet aantreft.

Ook het beeld van Beaucourt kon wellicht genuanceerder. Is het beeld dat we krijgen ironisch bedoeld, dan is dit aan mij voorbijgegaan. Als het echt met opzet is dat de spoedarts als een soort rampentoerist op speed wordt voorgesteld, dan zou ik voorstellen om een sponsoring met Red Bull aan te gaan.  Meerdere malen in het verslag lees ik dat de Beaucourt niet tevreden is met de gang van zaken: het is allemaal te gecontroleerd. Alles is te perfect. Zelden verneem ik een genuanceerd beeld van deze dictatuur van de glimlach. Wanneer het team ergens in de Irrawadydelta aankomt en de dorpelingen hen vergasten op een heerlijke maaltijd, knort red bulleke dat het allemaal te mooi is. Wanneer Nasr later in de tekst schrijft dat de dorpelingen de rijst uit de mond gespaard hebben om de dokters op een feestdis te kunnen uitnodigen en dat de parade van brommertjes waarmee ze rondgereden werden een samenwerking was van verschillende dorpen om het nodige aantal tweewielers te voorzien, dan maakt plaatsvervangende schaamte zich meester van mij.

Naar het einde van het boek toont Nasr eindelijk het observatievermogen waarvoor ik hem bewonder. In de aircokoelte van zijn hotel in Yangon beseft hij ten volle wat hem de laatste weken overkomen is. Alleen voor de laatste 20 pagina’s zou ik het boek aanraden, want dit is een mooie weergave in woorden van wat een cultuurschok is.

Momenteel loopt op donderdagavond op Canvas nog steeds de reeks Wildcard Myanmar.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s