Allerheiligen is geen plechtige dag, maar een trage. Het is geen dag van grote woorden, maar van omwegen. We brengen bloemen, niet omdat ze iets oplossen, maar omdat we niet met lege handen willen komen. We staan stil bij graven, niet om daar antwoorden te vinden, maar omdat er plekken nodig zijn waar de tijd niet verder moet.

Wie gestorven is, verdwijnt nooit volledig. Hij of zij keert terug in gebaren, stemmen die we bijna horen, zinnen die ons achtervolgen, maar ook in stilte. Vooral in stilte.

Kunst doet eigenlijk hetzelfde, maar dan onpersoonlijker, geduldiger, gedemocratiseerder. Een schilderij is niets anders dan een manier om te zeggen: iemand heeft hier ooit gekeken, en dat kijken is nog altijd aan het gebeuren. Een beeldhouwwerk: iemand heeft iets willen vasthouden dat al aan het verdwijnen was. Elke vorm van kunst is een poging om te bewaren wat niet langer leeft, maar ook niet wil sterven.

Maar er is een verschil.
Waar kunst wordt gemaakt om te blijven, leven wij verder in de schaduw van onze toevallige sporen. Niemand van ons kiest wat later van ons overblijft. Misschien is het een foto in een la, een zin die iemand onthoudt. Misschien niets tastbaars, maar een manier van zwijgen die iemand anders heeft overgenomen.

De doden laten geen oeuvre na wel een veld van invloeden na. Geen marmer, maar herinnering. Geen handschrift, maar indruk.

En zo ontstaat de vraag, onuitgesproken maar hardnekkig: wat is eigenlijk het verschil tussen een kunstwerk en een mens die niet meer leeft?

Beiden blijven aanwezig buiten zichzelf. Allebei worden ze gelezen door wie daarna komt. Beiden verliezen gaandeweg hun context, maar behouden een restwaarde die we nauwelijks kunnen benoemen. Beiden blijven bestaan op voorwaarde dat iemand – één iemand volstaat – ze nog ziet, nog denkt, nog meedraagt.

Misschien is dat mijn kleine waarheid (en troost) van Allerheiligen: niet dat we herdenken, maar dat we meedragen. Niet dat we vastklampen, maar dat we erkennen dat verdwijnen nooit voltooid is. Iemand kan dood zijn, maar nooit helemaal weg zolang er één herinnering rondloopt die weigert zich te laten wissen. En kunst? Die doet niet méér dan dat. Ze biedt geen onsterfelijkheid, maar uitstel. Een extra kring in het water voordat alles glad wordt.

Vandaag lopen we langs zerken en namen. Morgen kijken we misschien naar een schilderij, een brief, een voorwerp dat van iemand was. De vraag is dezelfde: Hoeveel van een mens blijft bestaan, als niemand nog weet wie hij was, maar hij toch nog iets achterliet dat raakt?

Kunst is geen antwoord op de dood. Het is een oefening in blijven. En misschien zijn wij – met al onze gevoelens en herinneringen – dat ook.


Ontdek meer van Kunstflaneur.be

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Ontdek meer van Kunstflaneur.be

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder