Vita imitatur arte. De laatste weken kunnen we dit adagium alleen maar beamen. Wanneer enkelingen erin slagen om ganse steden in een greep van paniek te houden onder het mom van een geloof waarvan ze al lang de basis vergeten zijn, dan kan kunst alleen nog maar een mea culpa slaan. Het leven heeft de kunst ingehaald en is deze voorbijgestoken.
Waar is de tijd dat het Britse kunstenaarsduo Gilbert en George de goegemeente verontwaardigd naar de pen deed grijpen toen ze ‘God Loves Fucking presenteerden? Nu zou dit werk amper de pers halen.
In 2007 haalde Cosimo Cavallaro de pers toen tegenstanders van zijn werk ‘My Sweet Lord’ met man en macht probeerden om dit werk niet te laten tentoonstellen in Manhattan. Onnodig te zeggen dat de pershetze over dit kunstwerk -dat een gekruisigde Jezus in chocolade voorstelde- de kunstenaar geen windeieren legde. Wie zich echter op de achtergrond hielden, waren de weight watchers. Ze hadden in ieder geval recht om zich ook in het debat te mengen. Het beeld dat meer dan 100 kg weegt, is goed voor meer dan 480.000 calorieën.
De Russische punkband Pussy Riot heeft ondertussen ook ondervonden dat Poetin er niet kan mee lachen dat ze een kerkdienst verstoren. Een tripje richting Siberië was de hoofdprijs. Ondanks deze blasfemische uitspatting waren de opstandspoesjes niets aan hun proefstuk toe. De zoektermen ‘Pussy Riot’, ‘museum’ en ‘bear’ zullen de lezer verlichting brengen. In datzelfde land had Oleg Mavromatti minder succes om in zijn poging om media-aandacht te trekken. Deze ‘artiest’ liet zichzelf kruisigen. Voldoende straf dachten de media en zijn performance verdween in de annalen van de performancekunst.
Na de aanslagen in Parijs en de bezetting van Brussel is de wereld weer in de greep van de angst. Humor en kunst zijn manieren om onze angsten tegemoet te treden. Binnen deze context is het moment aangebroken om kennis te maken met het werk van Mounir Fatmi, een Marokkaanse kunstenaar die in Parijs woont. Zijn werk, dat zich focust op de ontmaskering van dogma’s en ideologieën, vindt zijn oorsprong in 9/11. Zijn meest recente werk toont een bijbel en koran die met elkaar verbonden zijn door elektrische kabels. De verwijzing naar godsdienstfanatisme en bomaanslagen zijn niet ver weg. Sinds vorige week weten we dat kunst en realiteit soms in elkaar overvloeien. Ars vita est.