Het oeuvre van Lydia Hannah Debeer verkent de ruimte tussen geluid en beeld. Vanuit haar studio in Schoten creëert ze intimistische landschappen die de kijkers meenemen op een reis naar ontroering.

Het is druk in het atelier van Lydia Hannah tijdens ons interview. Drie katten en de hond Kenzo kijken vanuit hun ooghoeken toe waarom die vreemde man hun ochtendritueel komt verstoren. De houtkachel knettert de eerste winterkoude weg en in de tuin wiegen haast kale bomen op het ritme van de noorderwind. Net die bomen spelen de hoofdrol in een van haar laatste films. Maar daarover later meer. ‘Muziek speelde al van jonge leeftijd een grote rol in mijn leven. Maar tijdens mijn middelbare studies ruilde ik de muziekschool in voor de tekenpen, met de stiekeme droom om modeontwerpster te worden. Toch veroverde kunst uiteindelijk mijn hart doordat ik er tijdens mijn opleiding van dichtbij mee in contact kwam. Vooral het vak Waarnemingstechnieken was een eye opener voor mij. Ik was gefascineerd door de zoektocht naar een houvast in het beeld.’
Gevoel boven taal
Tegelijk voegt Lydia Hannah eraan toe dat tijd een ander cruciaal onderdeel vormt van haar werk, dat vaak bestaat uit een mix van film, performance en muziek. Dat komt mooi tot uiting in het werk ‘Undertaker’ (2014) waar ze ons meeneemt in een anonieme fabrieksomgeving. De camera registreert een man die een lege ruimte binnentreedt. Klokkengelui en een dreigende soundscape voeren je mee op zijn tocht doorheen verlaten zalen. Lydia Hannah verwijst naar het fictieve landschap waarin de kijker op zoek kan naar persoonlijke sleutels om het werk optimaal te beleven, om zich te laten verrassen door het moment. ‘Ik herinner me de eerste keer dat ik op school naar een toneelstuk ‘moest’. Ik wist helemaal niet wat ik kon verwachten van Romeo Castellucci’s ‘Inferno’, maar ik weet wel dat ik achteraf totaal overweldigd de zaal verliet. De beleving van gevoel boven taal liet me niet meer los.’ Een totaal ander werk is ‘From Edges and Shadows, They Travel to Light’ (2021) waar ze print op doeken van meer dan drie op twee meter. Ze vertrok hier vanuit het beeld van een rotsig riviertje bij valavond. Door de lichtheid van de drager transformeert ze het oorspronkelijke beeld van het ruige landschap en nodigt de bezoeker om van vlag tot vlag de rivierbedding te doorwaden.


Tussen wat was en nog niet is
In haar doctoraat gaat Lydia Hannah op zoek naar zintuiglijke verschijningsvormen van liminaliteit. ‘Ik ben nog maar net begonnen met mijn onderzoek, dus kom over vier jaar nog eens terug als je er alles ver wil weten,’ lacht ze. ‘Je kunt liminaliteit omschrijven als een tussenfase tussen wat was en nog niet is. Vergelijk het met een cocon. Wanneer is het exacte moment dat een rups een vlinder wordt? De cocon is een perfect voorbeeld van deze tussenfase. Of om het met de woorden van de Engelse psychotherapeute Julia Samuel te zeggen: ‘In the movement between where we were and where we’re heading, we need to allow space.’
Van video naar installatie
Die ruimte vindt Lydia Hannah ook terug in de tuin achter het huis, waar ze bomen uitkoos als protagonisten voor het werk ‘Dearest Strangers’. Aan de hand ervan licht ze haar werkproces toe. Inhoud en montage vormen twee belangrijke onderdelen. Met de keuze voor een zoomlens probeert ze de afstand te overbruggen, op de huid van de boom te zitten. Een volgende vraag die zich opdrong was hoe ze vervolgens met de. Tijdens het montageproces, waarvoor ze met tientallen uren filmmateriaal aan de slag moest, kwam het idee om de vier verschillende seizoenen elk hun eigen dagdeel toe te kennen. De lente kreeg de ochtend, de middag was voor de zomer… Het resultaat verwerkte ze tot een diptiek. Die toonde ze op twee schermen, opgesteld in een hoek van de ruimte: de video wordt een installatiekunstwerk.

Het minimalisme van de blik
In het najaar van 2023 heeft Lydia Hannah haar eerste solotentoonstelling bij de Antwerpse galerie Fred&Ferry, waar ze een jaar artist in residence was. Tijdens deze periode creëerde ze de veertien minuten durende video ‘Out of Time, Out of Place’ waarbij een 75 inch flatscreen werd opgehangen boven een bad met motorolie. Terwijl je meegenomen wordt in een myriade van beelden, hoor je op de achtergrond het geluid van een sleutelbos en een slot dat geopend wordt. De bevreemdende klanken vloeien vervolgens over in een warme vrouwenstem en pulserende beats. Deze installatie is ook de eerste waarin er eerst klank was en dan pas het beeld volgde. De beelden zijn haast alledaags te noemen, foto’s van gebouwen en landschappen glijden in overlapping aan het oog voorbij. Of om het met de wo o rden van de Belgische dichter Roland Jooris te zeggen: ‘Bijna niets om naar te kijken en juist dat bekijk ik.’
Lydia Hannah spreekt met tedere passie over de mensen die haar inspiratie bezorgen. Toch moet ze even nadenken over welke vraag ze graag aan iemand zou willen stellen. Een paar dagen later valt haar antwoord in mijn mailbox: ‘Ik zou graa g aan de jong overleden schrijver en dichter René Daumal (1908-1944) willen vragen om me het einde te vertellen van zijn postuum uitgegeven boek ‘Mount Analogue’. Hierin vertelt hij het verhaal van een groep bergbeklimmers die een tocht ondernemen naar een berg die zich enkel toont voor zij die hem zoeken. Het boek is al op verschillende momenten tijdens mijn werkproces een leidraad en troost geweest’, vertelt ze. ‘De titel van mijn album ‘How to Scale a Mountain’ heb ik geleend uit het boek en komt van de quote: ’If I couldn’t scale the mount ains, I would sing of them from below.’ Het boek stopt in het midden van een zin, daar waar Daumal gebleven was voor zijn dood.’ Ongetwijfeld voegt Lydia Hannah Debeer met haar oeuvre een eigen slot toe aan deze afgebroken zin.
Dit interview verscheen reeds eerder in Kunstletters #020.