Niet minder dan 150 popart kunstwerken uit eigen collectie stelt het Museum Ludwig tentoon. Liechtenstein, Warhol, Rauschenberg, Jones en de andere usual suspects krijgen twaalf zalen ter beschikking om te bewijzen dat ze nog steeds er nog steeds toe doen. Ondergetekende ging op onderzoek of hun boodschap nog steeds even krachtig is.
Het leven van Peter en Irene Ludwig leest als een sprookje. Peters vader is jurist en zijn moeder een telg uit de Klöckner zakenfamilie. Na zijn terugkeer uit krijgsgevangenschap aan het einde van WO II krijgt Peter Ludwig (1925-1996) de vrije keuze van zijn overgelukkige vader: toetreden tot het familie-imperium of niet. Peter besluit om kunstgeschiedenis te gaan studeren in Mainz. Daar maakt hij kennis met Irene Monheim, dochter van een chocolademogol. Later treedt hij in dienst van zijn schoonfamilie en bouwt Ludwig Schokolade in de jaren 70 en 80 uit tot de grootste onderneming binnen deze sector. Deze ambitieuze uitbreiding van het zakenimperium houdt Peter echter niet tegen om te promoveren op het mensbeeld in Picasso’s werk. (…)
Lees verder in het recent verschenen nummer van Het Beeldende Kunstjournaal.