Het einde van het jaar brengt zoals steeds niet alleen verkeerde cadeautjes die even snel weer doorverkocht worden op websites als kapaza, tweedehands.be en http://www.mijnschoonmoederweethetaltijdbeter.org, maar ook de traditionele muziekoverzichten. Hoe ouder we worden, hoe meer overzichten we door onze oren geduwd krijgen. Op Jim TV werd ik steevast geconfronteerd met negers die de helft van hun leven in de studio en de andere helft in de gym doorbrengen en namen hebben die omgekeerd zijn aan hun eigen vermogen (50 cent)
of andere mompelende kerels in maatpak die zich al even welluidende als afschrikwekkende geuzennamen aanmeten (Pitbull)
De ideale schoonzoon zullen ze zeker niet worden, al is het maar omdat ze in de meeste gevallen veel te snel praten al dan niet in combinatie met een onverstaanbaar gemompel. Leuk voor de bastonen van je getunede pussywagon, maar geen aanrader voor het traditionele kerstpartijtje. En wat valt je nog op? Als haar een teken van mannelijkheid is (ik ben een kind van de eighties), dan verwacht ik van deze heren meer de stem van een Wiener Sangerknabe.
Neen, geef mij maar mannen met haar. De jaren 80 waren de hoogdagen van de kapper. Nu volstaat een zeemvel om je elke ochtend te fatsoeneren, maar toen zat je nog elke week een aantal uren bij de kapper om je lokken te laten highlighten, te föhnen en de grasmat in je nek te laten uitdunnen. Liep ik in die dagen zelf niet rond met een dode poedel op mijn hoofd, teken van een mislukt experiment met een mini vague? Kojak was toen een uitzondering en niet alleen omdat die kerel met een lolly in zijn mond rondliep, terwijl ik op dat moment bij de gedachte aan een lolly meer in de richting van Nabokov gezogen werd.
Maar we wijken af. Ik savoureer mijn madeleinekoekje niet, maar bijt er gulzige brokken af. Terug naar een periode dat haar ‘in’ was. Als agent moest je minstens een kapsel à la Sonny Crockett hebben, als zanger mocht je het vergeten als er geen labrador over je schouders gedrapeerd lag. Groepen als Duran Duran, Europe waren de Samsons van hun tijd: no hair,no glory.
In deze context valt onderstaande man toch een beetje buiten het verhaal. Neen, hij is echt wel een kind van zijn tijd. Zijn kostuum zou binnen de hedendaagse veiligheidsnormen niet langer toegelaten zijn op een podium. Zijn snor? Zelfs binnen het pornomilieu een no-go. En toch … als ik de stem van die man hoorde, dan droomde ik even weg naar de tijd dat men kon kiezen tussen ‘nen hollandse zender’ en ‘den BRT’. Vanuit de zetel genoot ik van Tatort en Derrick. Horst Tappert, de man die meer wallen had dan het Gravensteen in Gent.
Op een leeftijd waarop de gemiddelde Vlaamse superflik al lang op pensioen is, of in het geval van sommige speurders met vaste verblijfplaats in Knokke, een consultantjob hebben om toch nog de eindjes aan elkaar te knopen, trok hij in het gezelschap vom treuen Harry op zoek naar het schorremorrie van de (toen nog niet eengemaakte) Duitse onderwereld.
Frank Duval schreef toen dikwijls de muziek voor bovenvernoemde series. In 1981 bereikte hij de eerste plaats van de Nederlandse hitparade met zijn ‘Angel of mine’. Ik hoorde het lied voor de eerste keer op een zaterdag in de keuken van mijn grootmoeder. Mijn grootvader was nog net geen jaar overleden. Lolita en haar lolly spookten door mijn hoofd, een mini-vague bedekte op onesthetische wijze datzelfde hoofd. Ach, ik denk dat het allemaal wel goedgekomen is met ondergetekende.