Don’t tell my mom I am a BMW salesman

ford-and-mit-team-up-for-driver-stress-reducing-tech-14990_1Ik vraag me altijd af hoe een BMW-verkoper zich voelt wanneer hij de sleutels overhandigt aan de nieuwe eigenaar van een X5. Merkt hij op hoe lege ogen vol machiavellistisch sadisme stromen wanneer begerige vingers de sleutels omknellen? Beseft hij dat het in vele gevallen veiliger is om een kalashnikov te verkopen aan een pro-Russische rebel?

Gisteren mocht ik ook nog eens genieten van het alfamannetje achter het stuur van zijn moordcocon. Och ja, je herkent ze zo snel. Aan het rode stoplicht staan ze net niet in pole-positie omdat een of andere onverlaat de euvele moed had om zich de linkerrijstrook toe te eigenen. Met chirurgische precisie positioneert alfaatje zich op 2 millimeter van de achterbumper, met zijn xenon lichten genadeloos  de ongelukkige voorganger verblindend. Ik heb het genoegen om een tweede plaats met hem te delen. Ik sta echter rechts: loser lane. De testosteron van mijn buurwagen stroomt genadeloos tussen de kier van mijn venster. Maatpakduivel staart genadeloos voor zich uit.

Groen, verlossende start van een race die nergens eindigt. De eerste twee wagens houden zich aan de verplichte snelheidslimiet van 50 km/u. Met de traagte klimt de frustratie. Om de baanvastheid van zijn rijdend fort te tonen aan de minder gefortuneerden slingert de maatpakduivel links en rechts om steeds weer … 50 te blijven rijden. En dan bega ik een fout. Terwijl Max Bruch op de achtergrond door mijn wagen zweeft, geef ik mijn mening over zijn rijgedrag te kennen door die simpele uitvinding die iedereen tot waanzin drijft. Kleine lichten, grote lichten, kleine lichten: .- .- . Niet meer en niet minder: twee morse a-tjes, de aanzet van aandacht idioot op de baan, maar spijtig genoeg ken ik mijn morse niet voldoende om hem dit diets te maken.  Aan het volgende rode licht geniet ik van een prachtige postmodernistische pantomime versie die Marcel Marceau jaloers zou maken. De aandacht van alfaatje is volledig op mij gericht. Gekanaliseerde haat achter staal. Hij roept, tiert en maakt gebaren die meer thuishoren in een spionkopvak dan op de openbare weg. In een poging om toch even contact te leggen, nodig ik zijn virtuoze verbaliteit uit door mijn raampje te laten zakken. Hoeveel haat kan er in een mens zitten om zo uit te barsten? Misschien is het de das die te strak om zijn nek zit en zuurstofgebrek veroorzaakt? Mijn vriendelijke suggestie om deze iets losser te trekken en het bovenste knoopje los te zetten resulteert alleen maar in een bruusk optrekken gevolgd door een even bruusk remmen op het rijvak waarop ik me bevind. Plots zijn de rollen omgedraaid en sta ik op 2 mm van zijn achterbumper. En… er gebeurt niets. De man die daarnet nog alle moeite te wereld deed om zigzaggend een seconde te winnen is nu de kalmte zelf. Gedurende tien seconden staan we stil, tot hij beseft dat hij de volgende kilometer zeker moet bumperkleven en stuurbijten op zoek naar de verloren tijd. op de radio klinkt Mendelsohns Rondo Capriccioso opus 14.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s