Revenge of the words

Gewapend met een powerpoint presentatie vol (on)belangrijke nieuwsfeiten zapt stand-up comedian Joost Vandecasteele meer dan een uur lang tussen de Buddenbrooks, wikileaks en het einde van God.


Allemaal kinderen van Geert Hoste

Stand-upcomedy. Het woord alleen al tovert een glimlach op de lippen. Vlaanderen, en bij uitbreiding, de rest van de wereld zendt zijn zonen uit. Elk dorp dat zichzelf respecteert, organiseert een zoektocht naar haar grappigste inwoner. Velen zijn geroepen, slechts weinigen bereiken de top.
Hedendaagse stand-upcomedians zullen het niet graag horen maar ze stammen allemaal af van Geert Hoste. In het begin van de jaren 90 veegde hij de vloer aan met BV’s, de politiek en het koningshuis. Twintig jaar later doet hij het nog steeds. Maar Hoste is braaf. De ideale schoonzoon die af en toe een aangebrande mop vertelt en zich daarvoor onmiddellijk verontschuldigt. Wat een verschil met de hedendaagse generatie Agnews, Geubelsen, Deprezs en Lamooten waarbij excrementaire excessen en droge, anale humor over een publiek uitgestort worden.

Auteur, theatermaker en komiek Joost Vandecasteele combineert verbale podiumvastheid met een vlotte pen. Zo schreef hij samen met Ruud Gielens het theaterstuk They eat people voor Union Suspecte en Abattoir Fermé. Recent lag zijn tweede boek Opnieuw en opnieuw en opnieuw, dat hijzelf omschrijft als een Neo-Spartaanse hard-boiled liefdestragedie, in de boekhandel. Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij verscheen een jaar eerder. Maar de wereld functioneert helemaal niet perfect, of Joost er nu is of niet. Gewapend met een powerpoint presentatie vol feiten, voorspellingen, grafieken, reconstructies, meningen en een zestal moppen schetst hij in Otaku een beeld van een zieke wereld, een wereld die in 2029 spontaan aan zijn einde komt. Tegelijkertijd zalft hij met de woorden dat hij slechts “een blanke man met een mening is”, niet minder dan drie redenen in één zin om hem compleet te negeren. De burgemeester van Temse over cultuur, de Armeense genocide, live-aid en de gelden die nooit gebruikt werden, Agusta. Genadeloos fileert Vandecasteele verleden en heden. Dat dergelijke aanpak niet altijd door iedereen gesmaakt wordt, bewijzen de kwade lezersbrieven en mails die hij aan de presentatie toegevoegd heeft. De teneur; van heilige huizen blijft men beter af. Blijf zo politiek correct mogelijk. Alleen mongolen mogen zichzelf mongool noemen, voor alle anderen zijn het mensen met het syndroom van Down. Lach niet met negers of je bent een racist. Allah, blijf eraf, want voor je het weet, kleeft een doodserieuze mollah een fatwa op je hoofd. Stand-upcomedians zijn woordvoerders geworden van de angstgeneratie. In het schemerdonker van een zaal fulmineren ze tegen wat de meesten niet meer durven vernoemen. Fulmineren durven de meesten uit angst alleen nog maar op het forum van Het Laatste Nieuws; anoniem en vol schrijffouten.

De schaterlach van de angst

“De passie van het lachen is niets anders dan een plotseling gevoel van triomf veroorzaakt door de onverwachte ontdekking van de één of andere voortreffelijkheid in onszelf tegenover de zwakheid van anderen, of tegenover die van onszelf uit een periode die achter ons ligt” , aldus de Engelse filosoof Thomas Hobbes. Een superioriteitsgevoel, daar gaat de toeschouwer naar op zoek. Waarom was Charlie Chaplin zo grappig? Aan zijn verbale humor zal het niet gelegen hebben. Waarom liepen we niet de muren op van Mr. Beans gesukkel in het alledaagse leven. Simpel; hij liet ons ons beter, superieur voelen. Toeschouwers verlieten de cinemazaal met het gevoel dat het allemaal nog veel erger kon. Moderne stand-upcomedians zijn in feite niet anders. Philippe Geubels, Gunter Lamoot en Wim Helsen al eens bekeken? Grijze duiven met een al dan niet zeurderig stemmetje die geen enkele bedreiging vormen voor de naaste omgeving. Want we voelen ons allemaal steeds meer bedreigd. Mediaconcerns hebben een wereldwijde vrees-conditioneringsprocedure opgestart. De ganse wereld is rot. Roma-zigeuners breken in, allochtonen vergrijpen zich aan onze blonde tienerdochters, duizenden kernwapens in Irak staan op Europa gericht, moslimfundamentalisten hebben de katholieke kerk geïnfiltreerd, shampoo (meer dan 100 ml) is een gevaar voor de internationale luchtvaart. Sartre krijgt gelijk: “l’enfer, c’est les autres” en daarom blijven we binnen, kijken televisie, worden overspoeld met nog meer gruwelijke beelden. Het perpetuum mobile van FEAR (False Evidence Appearing Real) draait op volle toeren.
Wie zich buiten waagt, wil daarom lachen. Wie lacht, is (meestal) niet alleen. Door te lachen tonen mensen dat ze geen kwade bedoelingen hebben. Lachen is aanstekelijk: zien lachen, doet lachen.

Zoekend naar een imago?

Er wordt helemaal niet vaak gelachen tijdens Otaku. De toeschouwer voelt zich dan ook op geen enkel moment superieur. Wat Vandecasteele betracht met zijn zorgvuldig opgebouwde presentatie, en af en toe een belerend vingertje, is zijn publiek overdonderen. Hij kiest ervoor om angst en twijfel te zaaien in plaats van ze uit te drijven en daarmee oogst je geen lachsalvo’s. Je toont je vooral een pienter observator. Wie ringtunes, cryptofascisten, de dood van God en het einde van de aarde op overtuigende wijze aan elkaar weet te breien, kent zijn materie.
Maar die verstoorde lach leert ook dat Vandecasteele nog te weinig body heeft voor goede stand-up. Je hebt twee soorten stand-upcomedians: losers, bebrilde smalle ventjes waar geen enkele dreiging van uitgaat. Ze vertellen over hun eigen leven en we voelen ons goed: boulot, métro, dodo. Een tweede soort is de seksgestoorde macho. Terwijl de meeste toehoorders in een normale gespreksomgeving de wenkbrauwen al fronsen bij het gebruik van een schunnig woord, vallen tijdens dergelijke optredens de grenzen van het fatsoen weg. Choqueren met navrante ontboezemingen over anale seks, enorme schaamlippen of pedofilie. Macho’s en losers. Van Agnew geloof je dat hij anale seks met kinderen heeft. Met Geubels krijg je medelijden als hij vertelt over zijn grootmoeder en haar Gilles de La Tourette syndroom. Vandecasteele huppelt op beide benen. Alleen lukt het niet; hij mist de nodige street credibility. Je ziet dat hij het typetje speelt en nooit echt wordt. Zijn toeschouwer in rolstoel, hahaha maar nooit hohoho. Zijn chili con carne-zaad? Net niet pikant genoeg. Zijn overdadige beharing? Het brengt niet in de war. Een ander punt van kritiek vormt zijn audio-visuele beperking. Stand-upcomedy ontstond uit interactie met het publiek in de hoek van een rokerige kroeg. Would-be grapjassen peilden de sfeer en speelden daar gretig op in. De powerpoint presentatie die enerzijds helpt om op gestructureerde wijze de argumentatie van Vandecasteele kracht bij te zetten, laat langs de andere kant weinig ruimte tot freewheelen.
Maar misschien is dit ‘er-niet-bij-willen-horen’ net het statement van de artiest, wil hij net zoals in zijn betoog een thingy zijn. In dit geval geen derde geslacht maar een stand-up acteur.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s